De Amerikaanse dichter Aaron Kunin zoekt in zijn werk steeds de schaamte op. Schaamte is het gebied waar je je eigen daden, gedachten, gevoelens, kortom: je eigen zijn afkeurt. Niet primair op basis van je eigen oordeel, maar op het (al dan niet veronderstelde) oordeel van anderen: de maatschappelijke context van die daden, gedachten, etc. De schaamte draait dan om de gedachte, het gevoel dat die geen plaats (mogen) hebben in de sociale context.
In zijn vierde bundel Love Three zijn dat o.a. seksuele fantasieën, die draaien om het uitoefenen en ondergaan van macht. Kunin noteert ze als onderdeel van een reeks essayistische gedichten over 'Love (3)' van George Herbert. Deze vorm stelt hem in staat om 'schaamteloos' te zijn, in de zin dat hij het (veronderstelde) maatschappelijk oordeel buiten werking weet te stellen. Het draait alleen nog om 'ik' en 'Love': zijn afkeuring van zichzelf is een tekortkomen:
My only judgments are of myself. I'm unworthy, unkind, ungrateful, shameful. (gedicht no. 36)
Ik schreef 'schaamteloos', maar dat is niet het juiste woord. Het is niet de afwezigheid van schaamte die je leest, maar een manier om met de schaamte om te gaan. Het zijn pijnlijke gedichten, die tegelijk grappig zijn. Precies zoals het schaamtevolle dat is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten