zaterdag 24 augustus 2013

Citaat 24 augustus 2013

In elk geval kan een wezen dat 'nee' zegt en de ervaring van het niets kent, ook voor de vernietiging kiezen. De filosofische traditie spreekt in verband met deze precaire situatie van de mens over een 'gebrek aan zijn'. Uit de ervaring van dit gebrek ontspringen vermoedelijk ook de religies. Als er wijsheid is in die religies, vertegenwoordigen zij een god die de mensen bevrijdt van de last om alles voor elkaar te moeten zijn.

- Rüdiger Safranski (1945)
Uit: Het kwaad, of het drama van de vrijheid (1998), vert. Mark Wildschut

zondag 18 augustus 2013

Notitie #79

Dit mooie interview kende ik nog niet. Het laat duidelijk zien hoe de eerste, avantgardistische soloplaten van John Lennon en Yoko Ono, Two Virgins en Life with the Lions, werden ontvangen: lacherig. Ik vind hun lef (met name dat van Lennon, die immers een groter publiek te verliezen had) en, wanneer ze over ‘peace’ praten, hun bevlogenheid bewonderenswaardig.

Het verbaast me dat Lennon de interviewer niet voorhield dat hij op de verkeerde manier luisterde, dat hij geen Beatleliedje of rock & roll moest verwachten maar muziek van een heel andere orde. Hij is duidelijk geïrriteerd en een dergelijk antwoord was de simpelste verdediging geweest. Nam hij zijn publiek te serieus? Stond hij er niet bij stil dat men Beatlemuziek van hem verwachtte? Of verdomde hij het gewoonweg zijn muziek tegen dit soort onbegrip te verdedigen?


donderdag 8 augustus 2013

Notitie #78

Waarom is de vrolijke pretentieloosheid van de eerste cd van She & Him (Volume 1, 2008) zo geweldig, en die van hun derde (Volume 3, 2013) zo drakerig? Ten eerste omdat pretentieloosheid op zichzelf heel fijn is, maar consequent volgehouden pretentieloosheid is irritant.

Maar dat is niet het hele verhaal. De zonnige, vrolijke muziek was op hun debuut volkomen natuurlijk, en hoewel het geen ironische plaat is, werden de liedjes vaak wel met een zekere knipoog uitgevoerd. Een fragiele balans, maar de cd overtuigde vanwege de mooie liedjes, de grappige koortjes, het duidelijke plezier van de muzikanten - en omdat de lading van de liedjes (juist door de knipoogjes) geloofwaardig was.

Op Volume 2 (2010) verloor het duo (Zooey Deschanel en M.Ward) naar mijn idee de onbevangenheid; de arrangementen werden een beetje pompeus en de liedjes klonken minder spontaan. De cd werd gered door een aantal sterke nummers. Op deze derde cd is de spontaniteit helemaal verdwenen. Deschanel en Ward lijken zich te bewust van hun kracht, het is een foefje geworden. Het is een geforceerde vrolijkheid die de hele cd lang een beetje misplaatst lijkt. Hier begint zich te wreken dat Deschanel ook actrice is: ze houdt vast aan haar rol. Maar het personage ontwikkelt zich niet.