zaterdag 25 februari 2023

Nottities #456-457

 456) Volgens de katholieke doctrine, lees ik in Harold Blooms Omens of the Millenium, hoefde God niet te scheppen, maar deed hij dat vanuit Zijn goedheid. Het bestaan is volgens die opvatting dus in de kern 'goed', of in ieder geval: beter dan het niet-bestaan. Dat klinkt hopeloos optimistisch, zeker als je bedenkt dat de katholieke doctrine is ontwikkeld en opkwam in een tijd waarin het bestaan in vrijwel alle opzichten veel zwaarder was. Dat optimisme is waarschijnlijk precies de kracht ervan.

457) John Lennon schijnt eens gezegd te hebben niet bang te zijn voor de dood, omdat hij er niet in geloofde: 'It's like getting from one car into another'. Ik vraag me af of hij er nu nog steeds zo over denkt. Ook als je van de ene auto in de andere auto stapt, wil je wel graag dat je geliefden meegaan. En de vraag blijft tnatuurlijk: waar rijdt die auto naartoe?

woensdag 28 december 2022

Notitie #455

Gerbrandy haalt in zijn De jacht op het sublieme Wittgenstein aan in de bewering dat al dat is in taal uitgedrukt kan worden, Het 'sublieme' is dan hetgeen buiten de taal ligt: dat is dus het deel van het zijnde dat niet in taal uitgedrukt kan worden. Het belang van kunst is dan, volgens Gebrandy (met Lyotard), dat het wil 'laten zien, horen en voelen  hoe de wereld écht is, dat Andere dat overwoekerd is geraakt door onderdrukkende denkkaders, en dat fundamenteel onrepresenteerbaar is'.

Er is dus een wereld achter 'de wereld', en dat is (aldus, volgens mij, Gerbrandy) de échte , sublieme wereld. Die is 'fundamenteel onrepresenteerbaar', niet alleen (zegt hij volgens mij) omdat we daar de middelen toe ontberen, maar ook omdat onze waarneming daar niet op is ingesteld (dus: al zouden we erin slagen het Andere te verwoorden, dan zouden we het niet herkennen).  

Op zichzelf een waarheid als een koe. Maar ik vind dat niet zo ineressant. In plaats van 'de wereld', bijvoorbeeld, zou ik het zelf eerder over iets als 'het leven' hebben, als overkoepelend begrip: in zichzelf een onkenbaar en niet uit te drukken fenomeen. Kunst wil in mijn definitie niet zozeer iets laten zien, horen of voelen, maar (stokpaardjes alert) iets zijn. D.w.z., het wil deel uitmaken van het zijnde. Taal fungeert in deze situatie niet zozeer als het instrument waarmee de dichter iets uitdrukt, het belichaamt het uitgedrukte (vergelijkbaar met muziek). Hetgeen niet kan worden uitgedrukt bevindt zich dan in de taal.

dinsdag 20 september 2022

Notities #451-454

 451) 'Bodied', gebruikt als werkwoord, betekent het materialiseren van iets abstracts. Legacy Russell stelt dan ook in haar Glitch Feminism dat het lichaam ('body'  als werkwoord én als zelfstandig naamwoord) wordt gebruikt om een abstractie vorm te geven. Het lichaam is bij Russell altijd politiek, eenvoudigweg omdat lichamelijke kenmerken (huidskleur, sekse, seksuele oriëntatie) politiek worden ingezet.

452) Russell hecht grote waarde aan de digitale identitieit, omdat daarmee verschillende identiteiten kunnen worden verkend, los van de begrenzing van het lichaam. Die behoefte lijkt me heel verklaarbaar vanuit de zwarte, transgender en queer kunstenaars die ze bespreekt, omdat die in de 'concrete' wereld (Russell noemt dit 'AFK', de wereld van het toetsenbord) worden gemarginaliseerd. Zelfrealisatie, het 'zijn', is dan alleen mogelijk in de digitale realiteit. De kenmerken van het lichaam brengen de behoefte 'onlichamelijk' te zijn teweeg. 

453) De digitale identiteit is inderdaad al een realiteit. Vrijwel iedereen (in de westerse wereld) heeft er al één of meerdere. Er is geen weg terug, het zal alleen verder gaan. Een griezelige ontwikkeling: het gaat hier enkel om een realiteit van 'binnenuit'.

454) Het betoog van Russell is optimistisch: ze wijst op de mogelijkheden van de digitale realiteit en legt uit hoe de 'glitch' (de 'fout' in het systeem, het vastlopen van de machine) voor emancipatie (in de 'AFK'-wereld) kan zorgen. Aan de andere kant lijkt de relativering van het lichaam als drager van de identiteit (het leven) me gevaarlijk.

maandag 5 september 2022

Notitie #450

Void Studies van Rachael Boast is de uitwerking van de Etudes Néantes, een idee dat Arthur Rimbaud zelf nooit heeft uitgevoerd. Deze 'studies van de leegte' zouden moeten bestaan uit gedichten, die als muziekstukken zijn geschreven en als zodanig geen directe, concrete verwijzingen bevatten, maar enkel de 'abstracte ziel' van de dingen weergeven. Deze 'abstracte ziel', dus: de kern van het zijnde, is kennelijk volgens Rimbaud 'leeg'. 

Betreft het hier niet eenvoudigweg een elegante omschrijving van wat poëzie in het algemeen is? En had iemand de gedichten van Boast geïdentificeerd als 'void studies' als ze de bundel een andere titel had gegeven? 

Interessant in ieder geval is dat die kern bij Boast lijkt over te springen, van beeld naar beeld, van object naar object, en dat er geen spreker of observator lijkt te zijn. De stem in de gedichten is inderdaad als muziek. Een stem zonder lichaam.

maandag 22 augustus 2022

Notitie #449

Het oeuvre van Claude Cahun draaide (in ieder geval tot ver in de jaren '30) om de vraag wat identiteit is. Met de opmerking van Deborah Levy (dat vrouwelijkheid een maskerade is) in gedachten, is Cahuns gebruik van maskers interessant. Als ik het ene masker afzet, zegt ze, zet ik het andere op. 

Dat impliceert dat vrouwelijkheid (en gender in het algemeen) een sociaal construct is. Dat is het in zekere zin ook, maar gender is óók een biologisch gegeven. Cahun zette zich af tegen het stelsel van waarden en normen dat samenhangt met vrouwelijkheid, omdat ze werd gezien als vrouw, maar zich als non-binair identificeerde. Haar surrealisme is daar, als vanzelf lijkt wel, mee verbonden.

vrijdag 3 juni 2022

Notitie #448

Poetry is the subject of the poem, schrijft Wallace Stevens in gedicht XXII van The Man with the Blue Guitar. In het tweetalige Een blauwdruk voor de zon vertaalt Rein Bloem dat met: Dichten is de grondslag voor het gedicht. Dat is een wezenlijk andere bewering. 

Mogelijk baseert Bloem zich op secundaire literatuur (het is lang geleden dat ik Stevens' poëticale essay The necessary angel las), maar ook dan strookt zijn versie van de beginregel niet met de rest van het gedicht. Stevens heeft het hier niet over een actvititeit (het dichten), hij heeft het nadrukkelijk over een plek (poëzie), meer precies: over een afwezigheid (in de werkelijkheid en in het gedicht). 

Even verderop schrijft Stevens: there is// An absence in reality [...]. Bloem moet, door zijn beginregel, de dichter of lezer in het spel brengen: Is men// Afwezig in de werkelijkheid [...]. Daardoor wordt zijn vertaling een interactie tussen het gedicht, het dichten, de dichter en/of de lezer, waarbij men afwezig is. In het gedicht van Stevens draait het om de wisselwerking tussen de poëtische werkelijkheid (Poetry) en de tastbare werkelijkheid (Things as they are).

De juiste vertaling van de beginregel lijkt me letterlijk: poëzie is het onderwerp van het gedicht. Bloems vergissing (ik kan het moeilijk anders zien dan dat) lijkt voort te komen uit de gedachte dat poëzie en gedichten twee woorden voor hetzelfde zijn. Maar Stevens geeft in het gedicht voorbeelden van poëzie (sun's green/ Cloud's red, earth feeling, sky that thinks), 'things as they are' dus, die in de leegte van de werkelijkheid, en in de leegte van het gedicht, poëzie worden: hun ware gedaante verkrijgen. 

Stevens noemt dat in de slotregel mooi 'the universal intercourse'. Dat is veel méér dan Bloems 'alomvattend over en weer', het is letterlijk een 'intercourse', ze hebben gemeenschap met elkaar.

woensdag 18 mei 2022

Notitie #447

Roland Barthes beschrijft de (Parijse) striptease als een ritueel dat de vrouw als een 'object in disguise' moet verwezenlijken: het moment waarop zij volledig naakt is, is het moment waarop ze wordt gedeseksualiseerd. Een ritueel dat volgens Barthes wordt gedreven door [mannelijke] angst, een ritueel dat erotiek juist uitsluit: de dans verbergt de naaktheid, de edelstenen aan het ondergoed sluiten de toegang tot het lichaam af. Barthes noemt het een 'excorcisme van seks'.