476) Opvallend dat in het Interbellum verschillende romans verschenen waarin het koloniale verleden van Nederland kritisch onder de loep werd genomen. Du Perrons Het Land van Herkomst is natuurlijk een opvallende. Anton de Koms Wij slaven van Suriname is bijzonder indringend: inderdaad, zoals er altijd over wordt gezegd, omdat het de eerste roman is vanuit het perspectief van de onderdrukte. Maar toch ook vanwege de gedetailleerde beschrijvingen van de gruwelen en de scherpzinnige analyse van de politieke en economische ontwikkelingen die daar aan ten grondslag lagen.
De Kom beschrijft kortom 'het kwaad', maar laat ook zien waarom het plaatsvindt. En dat 'waarom' is heel banaal: het recht van de sterkste, gecombineerd met een focus op economisch gewin, allebei tot het uiterste doorgevoerd. Nederland speelt een heel twijfelachtige rol in die geschiedenis, maar het is de geschiedenis van de hele westerse wereld. Het 'kwaad' (de gruwelen) en het 'waarom' (de economische en politieke dominantie van het westen) zijn twee kanten van dezelfde medaille, Daarom is de huidige tijd zo gevaarlijk.
477) Ik dacht altijd dat de Tweede Wereldoorlog een onderbreking was van de ontwikkeling van de romans van Du Perron en De Kom een expoaent van waren, de zelfreflectie van het westen en de kritische houding t.o.v. het koloniale verleden (dat toen nog geen verleden was). Dat is wel zo, maar meer nog is de Tweede Wereldoorlog de uiterste consequentie van wat er in (o.a.) die romans wordt beschreven.
478) Het slavernijtijdperk was een fase in de ontwikkeling van de kapitalistische maatschappij; dat betekent dat de in de roman beschreven praktijken niet weg zijn, ze liggen alleen onder het oppervlak begraven. Daarom is het optimisme dat de naoorlogse decennia kenmerkte vals: de maatschappij, het systeem, was immers niet veranderd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten