zaterdag 9 oktober 2021

Notities #423-426


 423) Toen Walter Swennen 5 jaar oud was, lees ik in de begeleidende tekst bij de tentoonstelling Schildersgeest in het Kunstmuseum in Den Haag, besloten zijn Vlaamse ouders voortaan Frans te spreken. Hierdoor is zijn verhouding tot taal problematisch. Hij gebruikt in zijn werk vaak letters en woorden - vooral, denk ik, om de symboliek ervan te ontmantelen. Vaak is hij humoristisch en cartoonesk, soms ook 'theoretischer', duisterder. Taal (en beeldtaal) wordt vaak door de context (bijvoorbeeld door de titel) geneutraliseerd, betekenisloos gemaakt. 

424) Swennen onderzoekt de verhouding tussen (beeld)taal en object. Betekenis is daarbij het spook dat verdwijnt zodra je het probeert te grijpen. 

 425) Ook interessant: hij laat zien dat het schrappen van woorden uit een zin consequenties heeft voor de andere woorden in die zin. Vaak is de leegte van die geschrapte woorden geladen, bij Swennen lijkt het tegenovergestelde het geval: de leegte laadt hetgeen die leegte omringt.

426) Het werk is nogal divers (figuratief en abstract), omdat Swennen associatief werkt: hij reageert op wat er op het doek gebeurt. Dat is een werkwijze die voor een groot deel steunt op techniek. Maar het werk is ook onderzoekend: in hoeverre speelt methodiek nog een rol?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten