De film is eigenlijk een surrealistische vertelling, die
niets van doen heeft met het politieke klimaat van die tijd. Dat ik die
koppeling maakte, is vanwege het jaartal (dat dus niet klopte) en mijn interpretatie van de sfeer (die dus ook niet klopt). Desondanks zie ik een dreiging in die film.
313) Marina Abramovic vertelt in een interviewfragment
dat is te zien tijdens de overzichtstentoonstelling The Cleaner [in de Bundeskunsthalle in Bonn] dat pijn overwonnen kan worden door het doel voor ogen
te houden. Het lijkt in het fragment alsof dit doel een geslaagde performance
is, maar ze bedoelt natuurlijk dat het doel wordt bereikt met een geslaagde
performance.
Het wordt niet zo uitgesproken, maar het lijkt me dat dit doel
transcendentie is. De pijn is dan het
middel om aan het eigen lichaam te ontkomen. Wordt de pijn overwonnen op basis
van pure wilskracht of concentratie, en zijn dat dus de instrumenten die de
transcendentie bewerkstelligen? Of is de pijn zelf het instrument?
314) In hetzelfde interview stelt Abramovic niet zozeer bang te zijn voor de dood. Haar angst geldt eerder het verstrijken van de tijd. Dat vatte ik in eerste instantie op als een angst voor de vergetelheid, maar dat klopt niet. Haar kunst draait om (het ervaren van) de menselijke energie. Ze brengt die telkens tot aan de rand van wat mogelijk is. Ik denk dat ze een toestand nastreeft waar tijd niet bestaat.
315) In haar 'persoonlijke archeologie', aan het eind van de tentoonstelling, zit een foto van een performance kunstenaar, wiens naam ik ben vergeten, die in de jaren '60 een performance uitvoerde waarin hij bijna zou verdrinken. Een week later viel hij in Amsterdam in de gracht en verdronk daadwerkelijk. Dit is alle informatie die Abramovic geeft, en omdat het in haar 'persoonlijke archeologie' zit, moet het gegeven voor haar belangrijk zijn. Ziet ze performances ook als oefening voor, of voorbereiding op de dood? Is dat een functie van kunst?
x
Geen opmerkingen:
Een reactie posten