maandag 30 december 2024

Observaties #11-17

11) Als enorme molshopen liggen er bergen donkere aarde op de weilanden tussen Delft en Rotterdam. Ganzen foerageren op plassen water. De bomen in de verte verdwijnen bijkans in de heiige horizon.

12) Er valt een witte, lichtgevende wolk over het park. Daaronder steekt een klein, pluizig, donkerblauw wolkje over.

13) In mijn achteruitkijkspiegel zie ik de ondergaande zon. Hij hangt opvallend groot boven de A12, het verkeer richting Den Haag wordt verblind.

14) Van bovenaf gezien lijkt de hand aan het stuur een klauw. Het is de hand van een man in pak, verrassend zacht, haast vrouwelijk, maar tegelijk ook benig, met grote knokkels. Hij houdt het stuur vast alsof hij het net heeft gevangen.

15) Een meisje met pet loopt langs mijn tafeltje. Omdat ik al de hele middag niet word opgemerkt, kijk ik naar haar. Ze kijkt terug, lachend, alsof ze me wil begroeten, of een vraag wil stellen. Ik kijk neutraal terug, maar beantwoord haar lach. Ze verbreekt het oogcontact zonder van gezichtsuitdrukking te veranderen.

16) Het duurt nog een kwartier voordat de trein richting Den Haag vertrekt, een gezin (vader, moeder, jongen, meisje) komt de roltrap af. Het gezin is op zichzelf nogal kleurloos, maar het meisje (ik schat haar een jaar of 10) draagt mooie, smaakvolle kleren en maakt, zodra ze van de roltrap stapt, danspassen op het perron, het waterflesje in haar rechterhand als attribuut. Met korte tussenpozen, waarin ze zich zwijgend bij haar gezin voegt, voert ze een technisch bekwame voorstelling uit tussen de wachtende mensen.

17) Ik word wakker uit een diepe slaap. Mijn handen liggen zwaar op mijn buik, ze horen net zo min bij mijn lichaam als het espressokopje dat ze vasthouden. Ik ben alleen nog maar hoofd, ik signaleer mijn lichaam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten