De opvatting die ik moeizaam bestrijd heeft waarschijnlijk te maken met de metafysische theorie over de substantiële eenheid van de ziel want het is mijn overtuiging dat de dichter geen persoonlijkheid tot uitdrukking moet brengen maar een speciale bemiddeling waardoor indrukken en ervaringen bijzondere en onverwachte verbindingen aangaan. [...] De poëzie is geen uitlaatklep voor emoties maar een ontsnapping aan emoties; zij geeft geen uitdrukking aan de persoonlijkheid maar ontsnapt aan die persoonlijkheid.
T.S. Eliot (1888-1965)
Uit: Tradition and the Individual Talent (1919)
vertaling: J. Kuin (Traditie en persoonlijkheid, 1988)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten