Een 'maniak', noemde L. de spreker in een recent gedicht van mij ('ik') laatst. Ik schrok daarvan, trok het me persoonlijk aan, vond dat ze het gedicht niet begreep - maar ik
realiseer me inmiddels dat ze gelijk heeft. Want dat was namelijk gewoon de bedoeling in het gedicht. Kennelijk sta ik me in mijn werk steeds meer toe de 'maniak' aan het woord te laten.
Dat ik in het dagelijks leven een plichtsgetrouw werknemer en een liefhebbende echtgenoot ben (en hooguit in het diepst van mijn gedachten een maniak), heeft daar niets mee te maken. Mijn gedichten gaan niet (primair) over mij. Niet voor niets schreef Jeanette Winterson in Art & Lies: 'There's no such thing as autobiography. There's only art and lies'. De 'maniak' krijgt een stem in mijn gedichten, eenvoudigweg omdat hij er is. Omdat hij te bedenken is. Omdat hij interessant is.
JS gebruikte in een gesprek laatst het woord 'Bildung' om de rol van kunst in de maatschappij mee te omschrijven. Ik geloof daar niet zo in. Als kunst al een maatschappelijke rol vervult, moet vervullen, dan verschilt die per kunstwerk, en per ontvanger van dat kunstwerk - en is het niet aan het kunstwerk, en al helemaal niet aan de maker, om die rol te benoemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten