vrijdag 12 december 2025

Notitie #486

Waarom de documentaireserie over Pim Fortuyn Fortuyn: On-Hollands heet, is bij aflevering zes, waar ik nu ben, nog niet duidelijk. Het zal met zijn flamboyante persoonlijkheid te maken hebben. 

De serie heeft prachtige beelden, uit een duidelijk verleden tijd, maar doet (tot nu) weinig méér dan het bekende beeld bevestigen: autochtone Nederlanders voelden zich vervreemd in hun eigen wijk, allochtone Nederlanders deden hun best te integreren maar werden niet getolereerd, de machthebbers waren van het volk vervreemd en Pim Fortuyn - ja, die sprong in dat gat. Met, juist over allochtonen en de islam, veel tegenstrijdige beweringen. 

On-Hollands, wellicht, in zijn stelligheid. On-Hollands in zijn tegenstrijdigheid. De ironie wil dat hij juist daarmee aan de wieg stond van het (inmiddels) heel Hollandse zeuren over 'de islam', het is soms moeilijk te geloven dat Fortuyn toen een (relatief, we hadden Janmaat al gehad) nieuw geluid liet horen, dat zijn opkomst een bepaalde frisheid vertegenwoordigde. Het verzet daartegen, dat hem uiteindelijk fataal is geworden, is dan wellicht weer 'Hollands'.

maandag 17 november 2025

Notitie #484-485


484) De muzikaliteit van Couperus' taal in Psyche ondersteunt het in hoge mate abstracte verhaal: de Rijken van Verleden, Heden en Toekomst worden bevolkt door goden en mythische wezens. De zinnen zijn op klank geschreven en dat is wat het ijle verhaal vormgeeft.

485) Wat maakt dat die twee noten in het beroemde aanvalsmuziekje van Jaws zo eng zijn? Het geluid appelleert aan een primaire angst, dat is duidelijk, omdat bij iedereen de haren overeind gaan staan - maar welke?

dinsdag 28 oktober 2025

Notitie #483

 ‘Dan hebben ze misschien iets meer honger in Afrika, maar wij hier niet!’ Een opmerking zo grotesk, grof en (bewust) dom, dat hij Wilders zou moeten diskwalificeren om welk publiek belang dan ook te dienen. Alsof het probleem van de landen waar ontwikkelingshulp naartoe gaat is dat men moeite heeft om elke maand rond te komen. Alsof hier hongersnood heerst omdat de BTW op boodschappen 9% is.

De opmerking ligt in het verlengde van de vraag waarom wij andermans problemen moeten oplossen (terwijl we zelf al moeite hebben om rond te komen). Nou, ten eerste omdat wij (het westen) de welvaart die we zo angstvallig beschermen hebben opgebouwd door de landen die nu ‘ontwikkelingslanden’ worden genoemd eeuwenlang systematisch leeg te roven. Eigenlijk zouden we die landen herstelbetalingen moeten betalen: met ‘ontwikkelingshulp’ komen we er héél gunstig van af.

Ten tweede is die ontwikkelingshulp met name bedoeld om ervoor te zorgen dat de bedoelde landen zich, het woord zegt het al, ontwikkelen. Ontwikkelingshulp gaat niet naar BTW-verlagingen voor Afrikaanse landen, maar naar zaken als onderwijs, schoon drinkwater, etc. Waarom zouden PVV-stemmers daar voorstander van moeten zijn? Omdat dat ervoor zorgt dat mensen kunnen bestaan op de plek waar ze wonen. Je kunt niet neerkijken op ‘gelukszoekers’, zeggen dat die ‘terug naar hun eigen land moeten’, en er tegelijk actief voor zorgen dat dat onmogelijk is.

vrijdag 17 oktober 2025

Notitie #482

Voor wie de oorlog niet heeft meegemaakt, is het lastig er geloofwaardig over te schrijven. Ik vind althans het ik-perspectief in Het meisje met het rode haar van Theun de Vries problematisch. Maar de alwetende verteller in Roxane van Iperens 't Hooge Nest net zo goed. Het meest zuiver is een schrijver als Anne Frank, die haar oorlogservaringen direct opschreef. Voor auteurs die er niet bij waren rest een aanpak als die van Laurent Binet in HhhH: hij schrijft vanuit zichzelf in het heden over de gebeurtenissen tijdens de oorlog en laat zien hoe hij die gebeurtenissen reconstrueert. 

Ik snap dat Van Iperen die laatste keuze niet heeft gemaakt: ze zou dan zelf het verhaal in de weg zitten. Het probleem is denk ik vooral dat de geschreven oorlogservaringen eerder ervaringen moeten zijn dan verhalen. Het gaat als altijd om de vraag in hoeverre je de schrijver gelooft. Die vraag krijgt meer gewicht naarmate de beschreven ervaringen meer urgentie hebben.

donderdag 9 oktober 2025

Notitie #481

De ouders van Felix Kajuit, in De goddelijke comedyclub van Christiaan Weijts, hebben iets aandoenlijks. Hun tekortkomingen worden met een zekere humor besproken. Daarom lijkt de actie van Kajuit, waar hij een breuk mee forceert, niet helemaal logisch. De actie is op zich relatief onschuldig (Kajuit vernielt een hobby-bouwwerkje waar zijn vader aan werkt), maar in de relatie tussen vader en zoon is het dat allerminst. Is dat gerechtvaardigd?

Humor is de manier waarop Kajuit streeds is omgegaan met de verwaarlozing door zijn ouders. Precies die humor staat hem in de beschrijving van die verwaarlozing in de weg: de humor relativeert de ernst van het beschrevene. Zijn ouders zijn arme sukkelaars, onbeholpen oenen. Weijts laat dat goed zien, en dat is ook waarom het (in ieder geval voor mij) lastig is om ze hun gedrag kwalijk te nemen (en om in te stemmen met Kajuits actie).

Zijn ouders kunnen niet anders: ze zijn wie ze zijn. Dat maakt Kajuits actie machteloos, het is een hulpeloze frustratie. Juist daarin ligt de kracht van de scène. Weijts’ stijl heeft de lichtheid die in het beschrevene ontbreekt. Verzwakt die stijl de ernst? Dat dacht ik in eerste instantie, maar inmiddels denk ik van niet. Weijts beschrijft de scène niet humoristisch, dus wellicht is de ironische stijl vooral mijn eigen perceptie. En je zou met net zo veel recht kunnen zeggen dat die lichtheid, die ironie (die in lijn is met de humor als mechanisme om met de werkelijkheid om te gaan), de ernst juist verdiept.

(En: is het wel zo, dat je de ouders hun gedrag niet kwalijk kan nemen? Is ouders verwijtbaar gedrag, zoals egoïsme en het gebrek aan oprechte aandacht voor hun kinderen, niet kwalijk te nemen (vanwege hun karakter, achtergrond, psychische problematiek e.d.)? Als dat zo is, is voor deze mensen het krijgen van kinderen in zichzelf verwijtbaar: want daar horen nu eenmaal verantwoordelijkheden bij.)

woensdag 17 september 2025

Notitie #480

Het is sterk uitvergroot, maar ik herken de vader die Franz Kafka aanspreekt in zijn Brief an den Vater. Zijn vader Hermann kon zijn kinderen enkel opvoeden door ze te vermorzelen (te kleineren en ze een schuldgevoel aan te praten); zijn eigen waarheid, en zijn eigen mening, was de enige juiste. Zijn gevoelige zoon Franz ontwikkelde een angst voor zijn vader, die zich uitte in een terugtrekkende beweging en stilte: Franz verleerde het spreken letterlijk. Hij vond veiligheid bij zijn moeder, maar die was beperkt: door de liefde voor haar man lag uiteindelijk haar loyaliteit bij hem.

Misschien is het een universeel principe. Ik heb hierboven in ieder geval óók mijn eigen relatie tot mijn ouders getypeerd. Al was het bij Kafka zoals gezegd wel veel sterker. Ik zou Hermann tyranniek noemen; mijn eien vader niet. Franz had ook de intellectuele kracht om zich (als dertiger dan toch) onder zijn ouders' invloed uit te worstelen. Zelf ben ik daar nooit aan toegekomen, omdat a) mijn vader minder aanwezig was tijdens mijn jeugd (en zijn invloed dus minder dwingend was) en b) ik op jonge leeftijd dacht het probleem te hebben opgelost door het huis te verlaten. Nu pas realiseer ik me dat ik elke stap in zijn geest heb gezet. 

dinsdag 9 september 2025

Notitie #479

Bij het gedicht 'Een inwoner van Gaza roept de elementen aan' (Verzachtende omstandigheden van Lotte Dodion) moest ik denken aan een opmerking die ik laatst las, dat het de taak is van de schrijver zich in anderen te verplaatsen en stem te geven aan wie geen stem heeft. Daar ben ik het helemaal mee eens, Maar er kleven risico's aan. Hoe kun je een 'inwoner van Gaza' (waarom niet gewoon 'Palestijn'?) geloofwaardig laten spreken, wanneer zijn/haar ervaringen zo onvoorstelbaar gruwelijk zijn? Om dan deze persoon de elementen aan te laten roepen en die namens de spreker te vergeven, vind ik te ver gaan:

Lucht,

Ik vergeef je voor het dragen van de bommen.

Dit lijkt me nu typisch een regel die een dichter in het veilige Nederland (of in het geval van Dodion: Belgïe) kan bedenken. Het vuur wordt de 'vlammenzee' vergeven, het 'water' de afwezigheid', de aarde dat ze uitgeput raakt. Zij kunnen er ook niets aan doen. 

Ik twijfel niet aan de giede intenties van de dichter en ik vind het meer dan welkom dat een westerse dichter zich uitspreekt voor en namens de Palestijnen. Maar dit is niet wat je zegt als je huis, je land, je geliefden op de meest grove wijze worden platgebombardeerd en/of neergemaaid.

Ik denk niet dat Dodion deze regels lichtzinnig heeft geschreven; de laatste strofen, waarin ze de ether vraagt vol te houden, is beduidend minder tenenkrommend omdat ze daar hoop in uitdrukt; maar wel denk ik dat ze zich aan het onderwerp heeft vergaloppeerd. Ze had de hoopvolle boodschap bij zichzelf moeten houden en niet in de mond van het slachtoffer moeten leggen. Dat is aanmatigend.