A. raadde me Trojaanse gedachten van Alicja Gescinska warm aan. Maar de vorm irriteert me: elke regel begint met een hoofdletter, wat dus steeds een barrière is (de muziek hapert); komma’s op niet-functionele en zelfs a-grammaticale plekken doen de rest. Is dat de bedoeling? Ook inhoudelijk sluit de poëzie me buiten, door de nogal gezwollen beeldspraak: ‘het witte weefsel van je zorgen’, in een gedicht over ‘Een spin die van klein verdriet/ Een groot web wil weven’. De beelden blijven kortom net zo abstract als de gedachten die eraan worden verbonden.
Trojaanse gedachten, een geweldige titel: gedachten die volgens de flap handelen over ‘de fragiliteit van het eigen ik’. Als die werkelijk Trojaans zijn, zouden ze toch feestelijk moeten zijn, waarbij pas achteraf blijkt hoe fataal ze zijn. Maar de bundel drukt vanaf de eerste regel doem uit: ‘Ik ben het dichten verleerd/ Verweesd van de taal […]’. Misschien kom ik er nog in als ik blijf proberen, maar vooralsnog blijf ik aan de buitenkant staan.