donderdag 6 december 2012

Notitie #38

In haar ‘Kleine poëtica’ zegt Estelle Boelsma: “In mijn poëzie verken ik ruimte, concrete ruimte, restruimte, de ruimte tussen ik en de Ander, ruimte van afwezigheid en ruimte die verder gaat dan het aanwijsbare of het denkbare.” Deze opmerking blijft me fascineren. Ze zegt er volgens mij mee dat ze niet zozeer de ruimte verkent, maar de aan- en afwezigheden binnen die ruimte. Ze heeft het ook over ‘de ruimte tussen ik en de Ander’ en de ‘ruimte van afwezigheid’. Met andere woorden, het gaat haar om de afwezigheid die het aanwezige omvat, markeert, definieert. Wat is, wordt gedefinieerd door wat is en wat niet is.

De opmerking over de ruimte die verder gaat dan het aanwijsbare of het denkbare is een opmerking over de verbeelding. Deze ruimte zit in dezelfde opsomming als de andere soorten ruimte. Boelsma suggereert daarmee dat het een vergelijkbare ruimte is. De concrete ruimte is een verbeelde ruimte, en andersom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten