vrijdag 20 januari 2017

Notitie #252


In 1970, aan het eind van haar leven, maakte Eva Hesse 'Untitled Rope Piece', een werk dat volgens een dagboeknotitie is gemaakt met 'no plan, no form, no art, no nothing'. Wat, kun je je afvragen, blijft er dan over?

Het werk is in elk geval, zoals elders is beargumenteerd, een reactie op het minimalisme uit die tijd, waarin het toeval intentioneel werd ingezet. Het minimalisme van Hesse is radicaler, en ook warmer, vrouwelijker, lichamelijker. Interessant aan de dagboeknotitie is dat Hesse ermee aangeeft dat ze zowel de factor 'kunstenaar' als de factor 'kunst' zoveel mogelijk probeerde uit te schakelen - zonder dat het een banaal 'het-gewone-is-kunst'-werk zou worden.

Ze heeft volgens mij in dit werk (ondanks dat 'no nothing') een soort 'niets' willen bereiken. Een niets dat geen leegte is, want het is onderhevig aan de zwaartekracht, en er kan mee gespeeld worden; een niets dus dat bestaat uit materie, dat volkomen nutteloos is (de bewerking van het materiaal accentueert dit) en juist daardoor een diepe, om niet te zeggen: eeuwige waarheid vertegenwoordigt.

dinsdag 3 januari 2017

Notities #249-251


249) Op diverse plaatsen in Goddelijke kunst vestigt Navid Kermani de aandacht op de vrouwelijkheid van God. Hij wijst bijvoorbeeld op de vrouwelijke vormen van Christus in Botticelli's 'Kruisdraging'. Op een afbeelding in een koepel in Ravenna, die volgens Kermani zo schunnig is dat hij hem flauw genoeg niet in het boek durft af te beelden, wordt Christus afgebeeld als een toppunt van mannelijke seksualiteit.

Aan de hand van de geschriften van Ibn Arabi toont hij overtuigend aan dat zowel in het christendom als in de islam en het soefisme God mannelijk én vrouwelijk is: 'God is vader en moeder', citeert hij paus Johannes Paulus I. "De soefi's, en in het bijzonder Ibn Arabi, associëren de verschijning van goddelijke schoonheid, ongeacht of die zich in een mannelijk of vrouwelijk lichaam toont, met Jezus."

De 'barmhartigheid' van God is, ook etymologisch gezien, vrouwelijk: het woord heeft in het Arabisch dezelfde wortel als 'baarmoeder'. Ibn Arabi stelt dat de aanschouwing van God in de vrouw de meest volmaakte is, en Kermani laat aan de hand van diverse werken (het meest uitgebreid Stefan Lochners 'De Moeder Gods in het rozenprieel') zien dat dit wordt ondersteund door de beeldentaal van de (christelijke) kunstgeschiedenis.

250) De figuren die Picasso maakte op en van objets trouvés, en die deze dagen te zien zijn in Museum Beelden aan Zee in Den Haag, zijn vooral een demonstratie van zijn virtuositeit. Maar ze getuigen ook van een soort magie: alle objecten zijn bij hem aanleiding, bouwsteen of ondergrond voor kunstwerken. Picasso bezat de vaardigheid willekeurige objecten tot leven te wekken. Het mysterie van dat procédé is vooral voelbaar in zijn 'tanagra's', de keramische vrouwenbeeldjes waarvan de oorsprong wortelt in de Griekse oudheid.

251) De tekeningen op deze site richten zich tegen een omgekeerd mechanisme, namelijk het 'objectiveren' van vrouwen, door mannen op het internet. Het probleem aan dit verschijnsel is natuurlijk de seksuele intimidatie: het gegeven dat de geilheid van deze mannen tot het probleem van de aangesproken vrouwen wordt gemaakt. Dat is een misplaatst gebruik van macht en alleen daarom al bijzonder kwalijk.

Het 'objectiveren' zelf lijkt me een natuurlijk verschijnsel, dat gepaard gaat met geilheid. Het lichaam waar het verlangen naar uitgaat wordt beeld, wordt object. Dat zegt volgens mij iets over het verlangen, ook het verlangen naar God.