dinsdag 13 januari 2015

Notities #147-149

147) Het herhalend schrijven, waar ik me momenteel in oefen, heeft tot gevolg dat mijn werk minder lineair wordt. De gedichten worden minder anekdotisch, minder betogend, minder beschrijvend. Ze keren in zichzelf. Dat lijkt me winst.

148) AAA AAA van Abramovic & Ulay is een van de meest rauwe kunstwerken die ik ken. Is zoiets in poëzie mogelijk? 

In het begin zou je het schreeuwen ludiek, of zelfs grappig kunnen noemen. Maar de kreten verdiepen zich bij elke herhaling, en worden steeds dramatischer. Het is aanvallen en incasseren tegelijk, vasthouden en afstoten. Proberen de ander te bereiken en zich tegelijk voor de ander afsluiten. 

In die ene klank die steeds wordt gearticuleerd wordt onnoemelijk veel uitgedrukt: liefde, verwijt, zelfverwijt, wanhoop –

Maar deze typeringen schieten hopeloos tekort.


149) De historicus Antoine Roquentin, het hoofdpersonage uit Sartres Walging, wordt op zichzelf, zijn eigen bestaan, de zinloosheid ervan, teruggeworpen wanneer hij besluit zijn boek over de achttiende eeuwse markies De Rollebon niet te schrijven: 

Rollebon was mijn bondgenoot: hij had mij nodig om te zijn en ik had hem nodig om mijn zijn niet te voelen. […] ik bestond in hem.

Roquentin vindt aan het slot van het boek een mogelijke uitweg uit de zinloosheid, de illusieloosheid en de eenzaamheid, en dat is: kunst. Hij wordt door een melodie op deze gedachte gebracht: een melodie bestaat onmiskenbaar, ook al bestaat ze niet stoffelijk. Het is eigenlijk toch nog een soort geloof dat op de valreep in Roquentin vaart.

zaterdag 3 januari 2015

Notitie #146

De fototentoonstelling Nude Animal Cigar van Paul Kooier, in het Fotomuseum in Den Haag, toont een collage van, de titel zegt het al, naakten, dieren en sigaren. Het werk laat zich lastig interpreteren, ook al omdat het een soort retrospectief is. De term ‘voyeurisme’ wordt ten onrechte herhaaldelijk gebruikt om de collage mee te beschrijven. Veel naakten staan of liggen in een compromitterende houding, zeker, maar die houdingen zijn dikwijls onnatuurlijk, dus geregisseerd. Ook het nadrukkelijk gezichtsloos (anoniem) afbeelden van de modellen duidt op het tegendeel van voyeurisme.

De collagetechniek moet ook hier, als in alle collages, een relatie tussen de beelden leggen, dat kan niet anders. De sepiatechniek suggereert een eenheid. Maar wat is het verband tussen de (uitsluitend vrouwelijke) naakten, al dan niet gerookte sigaren en diverse soorten dieren? 

De naakten lijken me de kern. De modellen zijn wat voller dan gemiddeld in de naaktfotografie en de poses zijn afwisselend zinnelijk, bizar en onappetijtelijk. Sinds Bill Clinton is de erotische connotatie van de sigaar onontkoombaar - en de manier van afbeelden onderstreept dat. In veel foto’s lijkt me de enig mogelijke associatie die met een penis (ook dat is vaak een nogal onsmakelijke associatie). De dieren zijn conventioneel gefotografeerd en zouden in deze context de dierlijkheid van seks kunnen benadrukken, naast een soort eerlijke aandoenlijkheid.

Dit zijn allemaal clichés. Tijdens de opening van de tentoonstelling werd gewaarschuwd voor de kans op misvattingen, ik houd dus een slag om de arm. Veel afzonderlijke foto's (zoals bovenstaand) zijn mooi. Maar ik heb heel sterk de indruk dat het werk als geheel niet zoveel te melden heeft.