donderdag 28 mei 2015

Notitie #169

De afgelopen weken heb ik met enkele dierbare vrienden gepraat over Miroir d’origine van Deborah De Robertis. We verschillen van mening en dat verbaast me, omdat deze vrienden jarenlang een vormende invloed op me hebben gehad. Met name C. en T. hebben me het gevoel voor ontwrichtende kunst bijgebracht.

JS stelt o.a. dat De Robertis zich onverantwoordelijk heeft gedragen: ze heeft niet nagedacht over de gevolgen voor bijvoorbeeld de suppoosten en het publiek (er hadden ook kinderen in de zaal aanwezig kunnen zijn).

Dat standpunt volg ik wel, maar volgens mij gaat hij voorbij aan het wezen van het werk, dat o.a. aan de kaak wil stellen dat een geschilderd vrouwelijk geslacht (l’Origine du Monde van Courbet) niet aanstootgevend is, en dat van een vrouw van vlees en bloed wel. De Robertis stelt daarmee - terecht, volgens mij - de werkelijkheid van het kunstwerk gelijk aan de tastbare werkelijkheid.

C. stelt dat De Robertis ‘gek’ is, en vermoedt dat mijn bewondering voor het werk uit mijn psychologie verklaard moet worden. Hij ziet volgens mij alleen de handeling, en niet de context (hij vindt als ik me niet vergis de interpretaties onzinnig). C. ziet dus niet, of wil niet zien, wat De Robertis met de performance uitdrukte.

T. verwoordde het kernachtig: ‘Jij hebt daar kennelijk iets mee. Ik niet.’ Of hij met ‘daar’ een zich ontblotende vrouw bedoelde, of het kunstwerk, of performancekunst in het algemeen is me eigenlijk niet duidelijk. Ik ga er voor het gemak van uit dat hij het allemaal bedoelde.

De discussies vonden in alle vriendschap plaats en gingen, zoals dat gaat, snel over in andere gesprekken. Toch is het me bezig blijven houden. Voor mij is er een rechte lijn van de controversiële helden van met name C. en T. naar (kunstenaars als) De Robertis. Maar dat verband spreekt dus niet vanzelf.

Misschien is het eenvoudigweg een verschil in kunstopvatting: C. en T., en ook JS, hebben in vergelijking met mij een meer klassieke smaak. Miroir d’origine is eerder punk. Toch zouden ze, gezien hun achtergrond, alle drie goed in staat moeten zijn de performance op waarde te schatten. Is hun liefde voor ontwrichtende, provocerende kunst dan vooral ingegeven door een bepaald soort romantiek? Of keuren ze de performance op inhoudelijke gronden af en is het engagement van De Robertis simpelweg niet het hunne?

maandag 25 mei 2015

Notitie #168

Leopold von Sacher-Masoch had een punt toen hij zich verzette tegen het verbinden van zijn naam aan de seksuele afwijking ‘masochisme’. Het ‘masochisme’ in zijn roman Venus in bont (1870) bekomt het hoofdpersonage Gregor Severin slecht en aan het slot verwoordt hij expliciet een moraal:

‘Maar de moraal?’
‘Dat de vrouw, zoals de natuur haar geschapen heeft en zoals ze de man tegenwoordig aantrekkelijk voorkomt, zijn vijand is en alleen maar zijn slavin of zijn despote kan zijn, maar nooit zijn kameraad. Dit zal ze pas dan kunnen zijn, als ze zijn gelijke is in rechten, opleiding en werk.
Nu hebben wij alleen maar de keuze, hamer of aambeeld te zijn, en ik was een ezel, dat ik mezelf tot slaaf van een vrouw maakte, begrijp je?

(Uit: Venus in bont, vert. Jan van Aken en Marieke Hengarter)

Maar de roman draagt een tegengestelde boodschap uit. De moraal aan het slot beslaat hooguit een pagina, terwijl de rest zeer gedetailleerd (en geïnspireerd) een masochistische relatie beschrijft. Met liefde heeft die niet zoveel te maken, al roept Severin om de haverklap dat hij zoveel van zijn Venus (Wanda) houdt dat hij zich volledig aan haar overlevert. Wanda doet zichzelf geweld aan omdat Severin zijn eigen wensen centraal stelt. Hij lijkt niet tot liefde in staat, want na Wanda’s verraad wordt hij weliswaar ‘deugdzaam’, een nieuwe geliefde vindt hij niet.

Von Sacher-Masoch geeft in Venus in bont wel blijk van deze inzichten, maar die blijven ondergeschikt aan de fascinatie waar de roman om draait. Terecht, lijkt me: het is een verkenning van een duister, maar menselijk verlangen. Het seksueel verlangen wortelt (volgens Quignard, en ik geloof dat hij daar gelijk in heeft) in doodsangst. Het (sado-)masochisme is daar een (tot in het extreme doorgevoerde) afgeleide van.

Het is misschien wat veel gevraagd, gezien de tijd waarin het boek is geschreven, maar het had de auteur gesierd als hij de moraal achterwege had gelaten en de verbinding van zijn naam aan het beschreven verlangen had omarmd.

vrijdag 15 mei 2015

Citaat 15 mei 2015

In the depths of desire masochism rules.

- Pascal Quignard (1948)
Uit: The sexual night (2014), vert. Chris Turner