122) Volgens Bataille bestaat het heilige uit het goede én het kwade. De overtredingen van de verboden (‘grensoverschrijdingen’) zijn inherent aan onze menselijkheid, en noodzakelijk om de heiligheid van de verboden te onderstrepen. In de woorden van zijn vertaler:
Voortdurend pleit Bataille voor de erkenning van het Kwaad als wezenlijk onderdeel van de menselijke existentie. Erkennen we het Goede, dan dienen we ook het Kwaad te erkennen, want beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Alleen omdat we het goede kennen, weten we wat kwaad is, en omgekeerd. Het ene kan onmogelijk bestaan zonder het andere. […] Bataille erkent het kwaad nadrukkelijk wel, en hij wil het ook tot gelding laten komen. Natuurlijk niet in een concrete vorm, maar door een beroep te doen op de geest, de fantasie.
(De erotiek, p. 205-206)
De moeilijkheid die ik - met Ger Groot - ondervond in de erkenning van het Kwaad, tijdens de bestudering van o.a. Bataille, Crowley en De Sade, is onnodig: in tegenstelling tot mijn (en zijn) veronderstelling is het in de erkenning van het Kwaad geen probleem (noch voor de praktijk, noch voor de filosofie) als de mogelijkheid van het kwaad beperkt blijft tot de verbeelding.
In een artikel dat J. schreef n.a.v. een gesprek met mij wordt dat ‘een radicaal geloof in de verbeelding’.genoemd. De verbeelding is te beschouwen als een parallelle werkelijkheid, die niet minder waarachtig is dan de concrete.
123) N.a.v. de situatie in Gaza en de ramp met de MH17 klaagt Abdelkader Benali dat de huidige generatie schrijvers te weinig engagement toont. De gebruikelijke reflex, die behoorlijk vervelend is, al snap ik de emotie wel. Benali verwijst met enige weemoed naar Ter Braak en Du Perron; zijn oproep lijkt me dus met name die tot een actieve deelname aan het maatschappelijk debat door schrijvers (i.p.v. een roep om geëngageerde literatuur). Ik denk dat slechts een handvol schrijvers het moreel gezag heeft om die rol overtuigend te spelen - maar wellicht voelt een aantal mindere goden de behoefte die rol ook op te eisen.
Hoe dat bijvoorbeeld in de situatie rond de MH17 had geholpen is me niet duidelijk, en ik denk dat het eerder onkunde en onmacht is dan onwil. Een zinnige bijdrage aan het publieke debat vergt eigenschappen die mensen die zich hebben gespecialiseerd in het schrijven van boeken niet per definitie hebben.
Maar goed, er zou veel gewonnen zijn als de verbeelding een wat prominentere rol gaat spelen in alle lagen van communicatie. We hebben niet zozeer behoefte aan meer 'straatrumoer' in de letteren. We hebben behoefte aan meer letteren in het straatrumoer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten