woensdag 2 mei 2012

Notitie #16

Vervelend hoe Erik Spinoy in zijn Gedichtendagessay As/zteken eerst duidelijk maakt wat hij niet bedoelt om daar vervolgens hetgeen hij wel bedoelt tegen af te kunnen zetten. Als hij eerst betoogt waarom de poëzie op den duur zal verdwijnen en daarna aantoont waarom er altijd poëzie zal zijn, heeft hij het over twee verschillende zaken, denk ik (namelijk poëzie als literair genre en de behoefte van de mens aan het poëtisch denken). Maar uiteindelijk is het een betoog geworden waar ik niet zo heel veel tegenin heb te brengen. Interessant is vooral de lijfelijkheid in Spinoys poëzieopvatting: Door tekens zijn onze lichamen gemerkt en ingelijfd. [...] Als een Moby Dick de op hem afgevuurde harpoenen dragen wij de littekens van het traject dat elk van ons [...] heeft gevolgd, met alle neurose en fetisjisme waar ons dat, uit zelfbescherming, toe geleid heeft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten