132) In een interview tijdens Literature Late Night in Den
Haag vertelde Niña Weijers dat de redacteur het essay over Bas Jan Ader
eigenlijk uit De consequenties had
willen hebben, maar dat ze erop had gestaan dat het erin bleef. Voor beide
standpunten valt iets te zeggen. Het is niet door een personage geschreven, het
is dus een plek waar de auteur heel dwingend aangeeft hoe de roman
geïnterpreteerd moet worden. Als zodanig is het geslaagd. Als essay is het
verder aan de magere kant: ze zegt er niet veel meer in dan wat algemeen bekend
is over Ader. Ze had de strekking van het essay prima impliciet kunnen laten. Tegelijk vind ik dat vreemde, ongerijmde wel mooi - en vind ik dat ze daar wel verder in had mogen gaan.
133) F. stelde laatst dat ze zich had geërgerd aan het
‘seksistische’ in mijn poëzie. Ik zou zelf het woord ‘seksistisch’ niet
gebruiken maar begrijp haar ergernis wel.
Door hun seksualiteit worden man en vrouw voor elkaar ‘de ander’. Ik zou ‘seksisme’ definiëren als het de vrouw beschouwen als minderwaardig vanwege haar vrouw-zijn. Anderzijds kun je de drang de vrouw te bezitten (wellicht zelfs te overheersen) beschouwen als ‘seksistisch’. Van het eerste is in mijn poëzie m.i. geen sprake. Van het tweede wel. Het eerste is namelijk de ontkenning (of opheffing) van ‘het heilige vrouwelijke’; het tweede de bevestiging ervan. Die tweede vorm van ‘seksisme’ is te beschouwen als een vorm van eerbied, van mateloze liefde (vgl. Du Perrons Het land van herkomst).
Door hun seksualiteit worden man en vrouw voor elkaar ‘de ander’. Ik zou ‘seksisme’ definiëren als het de vrouw beschouwen als minderwaardig vanwege haar vrouw-zijn. Anderzijds kun je de drang de vrouw te bezitten (wellicht zelfs te overheersen) beschouwen als ‘seksistisch’. Van het eerste is in mijn poëzie m.i. geen sprake. Van het tweede wel. Het eerste is namelijk de ontkenning (of opheffing) van ‘het heilige vrouwelijke’; het tweede de bevestiging ervan. Die tweede vorm van ‘seksisme’ is te beschouwen als een vorm van eerbied, van mateloze liefde (vgl. Du Perrons Het land van herkomst).
134) Emil Cioran omarmt in zijn essay ‘De omgang met mystici’
de tegenstrijdigheden in het werk van de grote mystici. Hij fulmineert tegen
interpretaties van het werk die daar eenheid in willen brengen. Hij noemt dat ‘systeemdwang’:
“Angelus Silesius houdt zich […] minder bezig met God, dan met zijn God. […] De
één zowel de ander slooft zich uit om de uitspraken netjes op orde te brengen […].
Ze willen weten wat hun auteur dacht van de eeuwigheid en van de dood,
systeemfanaten die ze zijn. Wat hij ervan dacht? Van alles en nog wat! Het
waren zijn eigen, persoonlijke en absolute ervaringen. Zijn God is nooit afgerond,
altijd onaf en veranderlijk.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten