Nietzsche vatte de werkelijkheid op als een vrouw, vanwege haar veranderlijkheid, en haar onkenbaarheid. Kennelijk was hij voortdurend bezig zaken in te delen in mannelijk en vrouwelijk (Duitsland was mannelijk bij hem, Frankrijk vrouwelijk). Het is misschien een wat seksistische notie, of in ieder geval is het duidelijk vanuit de heteroseksuele man geredeneerd, maar de gedachte bevalt me (misschien omdat ik zelf een heteroseksuele man ben?). Elders noteerde Nietzsche: ‘We hebben vrouwen lief in de mate waarin ze ons vreemd zijn’ (Ger Groot, p. 104).
Elders noteert Groot over Nietzsche: “Het gaat in de filosofie niet om de waarheid, schrijft hij in […] Die fröhliche Wissenschaft, maar om de gezondheid. Het gaat zelfs niet om de waarheid van de gezondheid of om de waarheid dat ‘er geen waarheid is’, dat er ‘slechts schijn is’, maar om het inzicht dat waarheid en schijn hetzelfde zijn en vragen om een nieuwe moraal die werkelijk met de illusie als illusie leven kan.”
Op een bepaalde manier lijkt de gedachte dat de werkelijkheid een vrouw is me daar een voorbeeld van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten