Interessant gesprek met E. over het wit en de stilte tussen de woorden. Zij ervaart de ruimte tussen de woorden (het wit) als de ruimte tussen objecten (de leegte). De tussenliggende ruimten zijn bepalend voor de betekenis van het woord en de identiteit van het object.
Het is natuurlijk niet alleen de lege ruimte, het wit, de stilte die de identiteit van het object of de lading van het woord of het geluid bepaalt, maar ook de verhouding tot de andere objecten, woorden, geluiden.
Een muzieknoot krijgt lading door de manier waarop ze zich verhoudt tot andere muzieknoten (en de stilte). Een woord krijgt lading (betekenis?) in de verhouding tot andere woorden (en de stilte). En ik geloof dat ook een object lading (nut?) krijgt in de relatie tot andere objecten (en de leegte).
In mijn ambitie 'vloeiende' gedichten te schrijven probeer ik juist de (verbindingen tussen de) betekenissen te optimaliseren door de tussenliggende ruimten zo klein mogelijk te maken of zelfs (maar dit is een utopie) op te heffen.
Losse gedachte die ik misschien later uitwerk, met hulp van het proefschrift van Yra van Dijk: een geluid (een toon, een woord) is het tegengestelde van de stilte; het negatief ervan, zou je kunnen zeggen. Zoals een object het negatief is van de leegte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten