Met E. ben ik in gesprek geraakt over het gebruik van hoofdletters in de poëzie. Kort samengevat heeft de hoofdletter volgens haar een hiërarchische functie: de hoofdletter kent extra waarde toe aan het woord. In poëzie zonder hoofdletters hebben dus alle taaltekens dezelfde waarde.
Dat strookt met mijn eigen gedachtegang. Mijn argument betreft vooral het ritme van de gedichten, meer precies: het ritme van de beelden. Ik laat in mijn huidige gedichten de hoofdletters achterwege omdat ik niet wil dat de contrasterende beelden 'botsen', maar in elkaar 'vervloeien'. Op woordniveau betekent dat inderdaad dat de woorden gelijkwaardig aan elkaar moeten zijn. Of, preciezer: ze moeten in elkaar opgaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten