maandag 9 september 2019

Notities #361-362

361) Een Lego-toren gebouwd met mijn dochter A. (bijna 3), vrijwel zonder haar te helpen of te corrigeren. Ze kwam steeds met onverwachte oplossingen, die soms werkten en soms niet.

Voor zover mijn gedichten experimenteel zijn, realiseerde ik me door A., zijn het bedachte experimenten, of preciezer: experimenten die uitgaan van een idee van wat een experiment is; een breed gedragen opvatting daarvan. Het gaat dus steeds om een conformistisch experiment. Het 'echte' experiment komt niet tot stand, door kennis en mimese.

Het 'experiment' van A. is niet als zodanig bedoeld. Het is ook niet zo dat A. zich niets aantrekt van (natuur)wetten en regels omdat ze die niet kent: ze is zich wel degelijk bewust van bijvoorbeeld de zwaartekracht en handelt daar ook naar. De schoonheid zit dan ook niet zozeer in de 'spontaniteit' van het kind, die bijvoorbeeld Cobra nastreefde (het ging hen als ik me niet vergis vooral om een onbevangenheid, die voor een volwassen mens wellicht alleen via 'spontaniteit' is te bereiken. Probleem daaraan is dat de kennis van de wereld wel aanwezig is, maar bewust wordt uitgeschakeld. Het wordt een 'alsof'-situatie).

Een 'experimentele' houding vanuit een wetend niet-weten lijkt me vruchtbaarder. Dus: de positie van het experimenterende kind behouden door telkens, met medeneming van de opgedane ervaringen, (echt) onbekend terrein te zoeken - niet om te experimenteren, maar om te leven. Ook belangrijk: (net als A.) niet bang zijn om te mislukken.

(Daar hoort volgens mij een zekere desinteresse in het eindresultaat bij. A. timmerde haar toren na zeker een half uur bouwen helemaal aan stukken, tot er enkel nog een doos Legosteentjes over was).

362) Ik dacht altijd dat de pathetiek van Queens 'Bohemian Rhapsody' werd opgeheven door de (groteske) overdrijving. Dat is niet onwaar, maar die gedachte gaat voorbij aan de tekst, waarin Freddie Mercury er expliciet op wijst dat het nummer een maskerade is, waarachter de kern (die hij niet laat zien) zich verschuilt: 'Nothing really matters/ Anyone can see/ Nothing really matters to me'. Dat is de echte kracht van het operagedeelte: het belichaamt én maskeert het drama.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten