maandag 28 december 2015

Notities #208-213



208) In deze aflevering zijn Cagney en Lacey verantwoordelijk voor de organisatie van een diner ter ere van hun luitenant. Het wordt bewust heel vet aangezet; ik vind het heel mooi hoe in dit fragment wordt gespeeld met de karakters en de spanning daartussen. Die spanning is de motor van de serie en is in veel afleveringen dramatisch en ontroerend. In deze aflevering is juist dat gegeven, simpelweg door e.e.a. wat vetter aan te zetten, komisch. Het laat zien hoe rijk het palet van de serie is, en hoe soepel naar verschillende registers wordt geschakeld.

209) Veel vaker wordt de humor dramatisch ingezet en wordt gedurende een aflevering o.a. via grappen toegewerkt naar het dramatisch hoogtepunt. In deel 2 van ‘Who said it's fair’ (seizoen 3), de tweeluik over de borstkanker van Lacey, wordt dit gegeven in een prachtig fragment pure poëzie. Het is na een second opinion net bekend dat de borstkanker van Lacey met een relatief eenvoudige operatie kan worden bestreden. In een gesprek, waarin Cagney en Lacey duidelijk een beetje ongemakkelijk met elkaar zijn, wordt iets te opgewekt, iets te luid ook, over het werk gepraat en maken ze wat onhandige grapjes. Dan steekt Cagney onbeholpen haar hand uit om Lacey te feliciteren; die handdruk wordt handen vasthouden, wordt een omhelzing.

210) In de daarop volgende aflevering neemt Lacey ontslag omdat ze haar tijd voortaan aan haar familie wil besteden. Cagney komt bij haar thuis langs om haar over te halen toch te blijven. Ze zegt dat Lacey de beste agent is die ze kent. Dat is haar tekst. Haar lichaamstaal zegt: ‘Ik hou van je’.

211) Tussen seizoen 3 en seizoen 4 zit een breuk: Cagney is gepromoveerd tot sergeant, Lacey is zwanger. Met name het personage van Cagney verandert (haar uitstraling verandert ook).  Dat heeft te maken met haar promotie, maar ook met een ontwikkeling in het inzicht, volgens mij, in wie Christine Cagney is. Haar ambitie is feller geworden, waardoor ze verder uit balans raakt met haar eigen temperament: ze begrijpt haar eigen gevoelens steeds minder goed.

Dat komt mooi tot uiting aan het slot van seizoen 4. De collega waar ze een hekel aan zegt te hebben wordt vermoord, en ze reageert daar verward op. Opnieuw worden de gevoelens voor de persoon uitgesproken als een waardering voor zijn/haar professionele kwaliteiten: ‘I said he was a good cop. I didn’t say I was going to miss him.’ Mooi is de reactie van Lacey, die haar rug streelt en zegt: ‘Yes, I know’.

212) Over verschillende vraagstukken verschillen beide vrouwen van mening, wat een mooie manier is om de verschillende kanten van het onderwerp te belichten. De discussies zijn messcherp en de posities zijn zelden voorspelbaar. De vrijgevochten Cagney heeft een Ierse, katholieke achtergrond en neemt daardoor soms het meer conservatieve standpunt in (ze is bijvoorbeeld tegen abortus). Hun standpunten zijn genuanceerd, zoals de personages dat zijn; af en toe slaan ze de plank flink mis en moeten ze terugkomen op een hartstochtelijk beleden standpunt. Waarmee de makers van de serie positie kiezen.

213) Gek genoeg worden juist de kleine, alledaagse gebeurtenissen beleefd als een sensatie. Zoals Cagney en Lacey in het eerste seizoen besmuikt lachen als ze elkaar bekennen jaloers te zijn op het succes van een vrouwelijke collega. Zoals een pen die uit het pennenbakje wordt gehaald het niet blijkt te doen. Of zoals Cagney broodbeleg op haar trui morst. Die momenten versterken de indruk dat het 'echt' is. Ze benadrukken de authenticiteit van het verhaal.

214) Als in ‘Role call’ (seizoen 5) een actrice uit een politieserie ('NYPD') met Cagney en Lacey mee komt lopen, ontstaat er een mooi spel met fictie en werkelijkheid. Cagney mag de actrice niet omdat haar serie het politiewerk niet realistisch weergeeft: ze is een ‘bimbo’ die een ‘joke’ maakt van haar werk. Ook daarmee wordt de fictie van Cagney and Lacey 'echt' gemaakt.

zondag 27 december 2015

Notities #205-207



205) In de eerste aflevering van Top 2000 a gogo van dit jaar mocht Diederik Samsom een pleidooi houden voor ‘Welterusten meneer de president’ van Boudewijn de Groot. Hij vertelde dat het liedje, toen hij jong was, een activisme in hem losmaakte. Ik kon het gesprek moeilijk anders zien dan een doorzichtige poging Samsoms activistische imago weer wat op te poetsen. Vroeger was hij pacifist, vertelde hij, dat is ten tijde van Rwanda gaan schuiven. Hij realiseerde zich dat er situaties zijn waarin je niet anders kunt dan ingrijpen. Nu zit hij zelf op een positie waarin hij meebeslist over militair ingrijpen in met name Irak en Syrië.

Bewust of onbewust maakte hij het protest tegen oorlog naïef, terwijl juist de oorlog waar Boudewijn de Groot tegen protesteerde ondubbelzinnig heeft aangetoond wie het gelijk aan zijn zijde had. Het is daarbij helemaal niet uitgemaakt dat militair ingrijpen in de genoemde landen het gewenste effect heeft: de ellende daar is juist een gevolg van militair ingrijpen. Het afsluitende beeld waarin Samsom luidkeels meezong met ‘Welterusten meneer de president’ vond ik daarom ronduit misselijk.

Overigens liet een documentaire over Boudewijn de Groot, die een dag eerder op tv was, beelden zien, uit eind jaren ’60 denk ik, waarin de zanger verklaarde niet meer te willen protesteren. Ik denk dat hij bedoelde te zeggen dat hij ook over andere onderwerpen wilde zingen, maar zijn betoog was (misschien door een vraag die aan het fragment vooraf ging) nogal defensief en daardoor onsamenhangend: hij probeerde te argumenteren waarom het protest niet meer relevant was. Dat lijkt me in alle gevallen groteske onzin.

Het bevestigt allemaal het (m.i. gevaarlijke) cliché dat idealisme en protest iets is dat bij de jeugd hoort, dat niet serieus hoeft te worden genomen.

206) Het valt niet meer zo op omdat we het liedje zo vaak hebben gehoord, maar het slot van ‘All you need is love’ van de Beatles is een erg mooie vondst. Door te doen alsof de plaat blijft hangen wordt de boodschap er letterlijk ingeramd. Lennon had duidelijk inzicht in hoe marketing werkt, de titel is een nogal geniale slogan en het meezingbare refrein is de ideale reclame-tune. Aan het slot wordt bovendien het ‘product’(‘love’) vooraan in de zin geplaatst: ‘love is all you need’. Later paste met name Lennon deze technieken heel bewust toe in zijn activistische liedjes ('Give peace a chance', 'Woman is the nigger of the world', etc.).

207) Peter Sloterdijk verwijst in het gesprek met Thomas Macho, dat is uitgegeven als God, geest, geld naar een onderzoek dat zou uitwijzen dat de architectuur van moderne bankgebouwen overeenkomsten vertoont met oude tempels. Ik ken het onderzoek niet en weet niet welke bankgebouwen en welke tempels worden bedoeld, maar de bankgebouwen die ik ken zijn gewone kantoorgebouwen.

De gedachte dat geld de plaats van religie in de samenleving heeft genomen, is verleidelijk: “Het kapitalisme gaat schulden aan, zegt Benjamin, in de uitdrukkelijke hoop dat we te eniger tijd een god bereid zullen vinden om ons te redden.” Maar er is iets anders aan de hand, geven ook Sloterdijk en Macho aan: “[…] het gaat hier toch overduidelijk niet om een geïnstitutionaliseerde godsdienst”. Het gaat volgens beide filosofen eerder om de hoop op een bepaalde verlossing, ook sport is bijvoorbeeld een ‘surrogaatreligie’.

In het geval van geld is die hoop op verlossing apocalyptisch: “Achter deze religiositeit gaat de hoop op een universele bevrijding schuil, een universele emancipatie, die juist uit de universele ineenstorting zou kunnen voortspruiten.”