194) Maar waarom zou verf een expressie moeten
overbrengen? Waarom zou een schilderij sowieso een emotie moeten opwekken? Dat
zijn vragen die al zolang gesteld worden sinds het expressionisme definitief
zijn intrede deed in de westerse schilderkunst. Leidt de emotie niet tot onheus
en onwaarachtig sentiment? Is sentiment te vertrouwen? Is de verfstreek sowieso
te vertrouwen?
Deze
vragen uit een
bespreking over het werk van Joseph Montgomery vind ik vreemd.
Het gebrek aan vertrouwen in de emotie houdt per definitie een vertrouwen in de
ratio in. Waar is dat vertrouwen op gebaseerd? Ook het ‘niet-subjectieve’ werk
van Montgomery moet geïnterpreteerd, als alles wat is. Montgomery
thematiseert de verhouding tussen kunst en werkelijkheid, en dat is mooi. Maar ik maak bezwaar tegen de eenzijdige opvatting van die werkelijkheid.
195)
Misschien, bedenk ik me nu, is Montgomery de beeldende variant van een dichter/componist
als Samuel Vriezen. Diens plezier in mathematische vormen en structuren begrijp
ik, en ook dat hij daarmee iets zegt over zijn verhouding tot de werkelijkheid.
Maar bij Vriezen is die werkelijkheid niet eenduidig. Zijn structuren (in zowel zijn
composities als zijn poëzie) zijn transcenderend.
196) In een nog niet gepubliceerde film draaien Deborah
De Robertis en Niko Peillon de rollen tussen man en vrouw om, d.w.z.: de man
wordt vrouw. De vrouw wordt niet mannelijk, volgens mij: ze wordt goddelijk.
Het is een heel intense film, niet in de laatste plaats
vanwege de erotische spanning, die ambigu is. De Robertis verleidt de vrouwelijke man met haar camera tot een striptease en seksuele handelingen, die tegelijk uit zijn verlangen voortkomen
als door haar bevel worden afgedwongen. Ik geloof
dat het werk iets blootlegt wat de menselijke
seksuele beleving kenmerkt: verlangen macht uit te oefenen en te ondergaan, en
ook: het verlangen de ander te zien, en door de ander gezien te worden.
Dat is
in de kern, meen ik, een religieus verlangen. Of moet ik zeggen dat het religieus verlangen erotisch is?
Ook in dit werk bewonder ik overigens het lef van de
kunstenares, vooral omdat het duidelijk niet de bedoeling is te provoceren of
fatsoensnormen op te rekken: het is een experimenteel onderzoek - en in die zin
is de vorm vanzelfsprekend.
197) Of seksualiteit onder ouderen echt een taboe is,
geen idee. De memoires over de seksuele avonturen van een vrouw van tegen de
zeventig, A round-heeled woman van
Jane Juska, en het gelijknamige toneelstuk met Sharon Gless in de hoofdrol,
waren allebei heel succesvol. Maar, taboe of geen taboe, het brengt een aantal interessante
mechanismen aan het licht.
De rauwheid van seks zonder liefde, bijvoorbeeld. De
hoofdfiguur, Juska zelf, wordt steeds verliefd op de mannen die op haar
contactadvertentie (waarin ze om seks vraagt) reageren. De mannen zijn voornamelijk
uit op seks. Mooi is dat ze blijft volharden in haar wat naïeve, maar
uiteindelijk extreem liefdevolle houding.
Juska wordt met haar contactadvertentie wel een beetje
raar aangekeken door haar naasten, maar door o.a. haar nichtje (de dochter van
haar zus) wordt ze ruimhartig gesteund in haar zoektocht naar seksuele
partners. Tot ze iets krijgt met een 33-jarige man: dat wordt door iedereen
pervers gevonden. Omdat ze, neem ik aan, daarmee ineens (alsnog) een concurrent
is geworden.