Deze opmerking van Frank Keizer las ik hier.
Ik denk niet dat ik tot de generatie hoor waar hij over spreekt,
toch voel ik me enigszins aangesproken. Het voelt althans soms vreemd om in dit tijdsgewricht te proberen
‘het goddelijke’ een stem te geven.
Mijn weerstand richt zich tegen het verwijt van een ‘apolitieke’
houding. Keizer verbindt het zich bewust zijn van de wereld rechtstreeks met een politieke interesse of positie. Ik vraag me af of dat klopt. Is iemand die overtuigd en beargumenteerd op – laten we
zeggen – de SP stemt zich bewuster van de tijd waarin we leven dan iemand die tijdens
de avondwandeling naar – laten we zeggen – het ruisen van de bomen luistert?
Als je 'de tijd waarin we leven' politiek definieert wel, natuurlijk. Maar dat is juist mijn punt. De 'regelmatig waargenomen apolitieke houding' van de huidige generatie dichters is niet zo betreurenswaardig - als de poëzie tenminste op een andere manier relevant is.
En volgens mij wringt hem daar de schoen. Veel hedendaagse poëzie is gericht op het spel met taal, zonder dat het zich er echt van bewust lijkt te zijn dat een spel met taal een spel met de werkelijkheid inhoudt. De hele werkelijkheid, het - om het zo maar te noemen - 'Zijn'.
Dat zou betekenen dat de andere gesignaleerde problemen (het ontbreken van een kritisch discours, de beperkte rol van de poëtische traditie) veel verder reiken dan de betreurde apolitieke houding.
Dat zou betekenen dat de andere gesignaleerde problemen (het ontbreken van een kritisch discours, de beperkte rol van de poëtische traditie) veel verder reiken dan de betreurde apolitieke houding.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten