'Het heeft geen enkele zin om de taal vuil te maken om het vuil te beschrijven,' zei Adriaan van Dis vorige week in 'Zomergasten', een formulering die ik zo elegant vond dat ik hem direct overschreef. Voor proza gaat dat wellicht op, maar voor poëzie, bedacht ik me, niet - althans, niet in mijn opvatting daarvan. Want in poëzie beschrijf je het vuil niet, je geeft het vuil gestalte; je maakt de taal dus niet vuil, je maakt met taal het vuil.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten