Wat is geluk, vroeg Rutger Kopland zich af (in Tot het ons loslaat, 1997). Waarom stelde hij zichzelf die vraag eigenlijk? Gewoon, uit filosofische interesse? Omdat hij gelukkig was, of juist niet? Of omdat hij verlangde naar geluk - omdat 'geluk' het bestaan rechtvaardigt, zorgt voor de acceptatie ervan? Is in dat geval 'geluk' wel het juiste woord?
In het gelijknamige gedicht is geluk iets dat zich alleen als herinnering laat ervaren. Dat implicert dat geluk in zijn zuivere vorm (namelijk: als directe ervaring) niet bestaat. Zo ver zou ik zelf niet willen gaan, maar ik denk wel dat 'geluk' een van die fenomenen is die uit elkaar vallen als je voorbij de gemeenplaatsen kijkt. Het antwoord op de vraag kan heel eenvoudig zijn: 'Geluk is iets wat je voelt als je in harmonie bent met de wereld', zoiets. Maar de vraagt blijft dan staan: wat is het?
Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld 'verdriet'. Of 'liefde'. Of 'geilheid'. Mark Boog heeft met zijn Encyclopedie van de grote woorden een dappere poging gedaan om al deze fenomenen te definiëren. Het mooie, ook aan die bundel, is dat als je eenmaal begint aan de beantwoording van die vragen, je er steeds verder in verstrikt raakt. Omdat, denk ik, al die fenomenen met elkaar samenhangen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten