zaterdag 18 februari 2017

Notities #255-256

255) Tijdens de persconferentie afgelopen donderdag werd Donald Trump gewezen op de onjuistheid van zijn opmerking dat zijn verkiezingsoverwinning de grootste was sinds die van Ronald Reagan. Op zichzelf is het al heel merkwaardig dat dit besproken moest worden. De eenvoud waarmee de opmerking vervolgens kon worden weerlegd maakte het allemaal nog vreemder - en hij moest het antwoord op de vraag ('Hoe moeten mensen u vertrouwen inzake de 'fake' media, als u zelf onjuiste informatie verspreidt') opzichtig schuldig blijven.

Op zichzelf was dat moment (als veel andere momenten tijdens die persconferentie) al bizar, maar de commentaren van de kijkers die tijdens de live stream te volgen waren, maakten het helemáál surreëel. De aanhangers van Trump bleven namelijk volhouden: 'He tells it like it is'. Als er één ding helder werd uit de persconferentie, dan was het wel dat hij precies dat niet doet.

Maar kennelijk maakt dat niet uit. Kennelijk gelooft Trump oprecht in zijn eigen beweringen, en gelooft met hem een substantieel deel van de westerse wereld  (niet de 'beweging' die hij denkt aan te voeren, en het aantal aanhangers slinkt hopelijk, maar het zijn er toch nog genoeg om hem te laten zitten waar hij zit) in aantoonbare onwaarheden. De 'alternatieve' werkelijkheid waar zij in leven laat zich aan de feitelijke, tastbare wereld niets gelegen liggen; sterker: die feitelijke, tastbare wereld is verdacht.



256) Schoonheid raast in mij tot ik sterf van Hazim Kamaledim (waar ik tot nu enkel nog de achterflap van heb gelezen) wordt gepresenteerd als een postuum boek, terwijl de (Iraakse) schrijver levend en wel in Antwerpen woont en werkt. Dat is een mooi (en bruikbaar) idee. Het stelt de schrijver in de gelegenheid dingen bewust 'onaf' te laten, ongeveer zoals Bomans een van zijn sprookjes op het hoogtepunt van de spanningsboog afbrak met de mededeling dat op dat moment een steen door het raam van zijn werkkamer vloog. Of dat echt is gebeurd, en zo ja, of dat de reden was om het sprookje niet af te maken, maakt niet uit. Het gaat hier om de schoonheid van het onaffe.

Tegelijk is het voor Kamaledim, dat kan niet anders, méér dan een mooi idee. De fictionele Kamaledim is volgens de achterflap gestorven bij een bomaanslag in Bagdad, of (dat is niet duidelijk) een Amerikaanse aanval. Hij neemt in dit boek dus de plaats in van zijn gestorven landgenoten. Preciezer: de fictionele Kamaledim is inderdaad in Bagdad gestorven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten