donderdag 18 februari 2016

Notitie #217

Na een prachtige uiteenzetting over het verlangen (‘het object van verlangen is een beeld’) gaat Giorgio Agamben in zijn Profanaties in op wat hij ‘het speciale zijn’ noemt. In dit essay werkt hij de notie ‘beeld’ verder uit: geen substantie, maar een accident dat niet in zichzelf bestaat, maar in iets anders. Een beeld bestaat niet op zichzelf, maar wordt eerder op ieder moment voortgebracht, overeenkomstig de aanwezigheid van degenen die haar aanschouwen (vgl. een spiegel). En een beeld is niet te bepalen volgens de categorie van kwantiteit, heeft niet echt vorm, maar is, aldus Agamben, eerder de species van de vorm. Hij laat vrij virtuoos zien dat de term ‘species’ etymologisch interessant is, het betekent o.a. ‘schijn’, ‘uiterlijk’, ’vertoning’ en stamt af van de wortel die ‘kijken’, ‘zien’ betekent.

Het ‘speciale zijn’ is volgens Agamben absoluut niet-substantieel:

“De species van ieder voorwerp is zijn zichtbaarheid, dat wil zeggen zijn pure inzichtelijkheid. Speciaal is het zijn dat overeenkomt met zijn zich zichtbaar maken, met de ware openbaring.” 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten