192) Deze
aantekeningen moeten leiden tot een langer essay over Cagney and Lacey,
maar wat de focus van dat essay moet zijn weet ik nog niet.
De serie is een
oeuvre; de eerste afleveringen zijn in die zin vergelijkbaar met
(bijvoorbeeld) Please please me, de eerste plaat van de Beatles,
waarop ze zich hoorbaar van hun eigen potentie bewust beginnen te worden.
In de eerste
afleveringen met Sharon Gless als Cagney zie je dat ze wel ideeën heeft over
hoe ze Cagney wil spelen, maar dat ze het personage nog niet helemaal heeft
doorgrond. Ze heeft een stuk of drie afleveringen nodig om echt in de rol te
komen. Is dat een creatief proces of een geboorte? Ik denk allebei.
193) Of misschien
is het, i.p.v. een oeuvre, beter te spreken van een epos. De serie heeft een ongewoon
hoog aantal verhaallijnen die niet belangrijk zijn voor het narratief van de aflevering (bijvoorbeeld over de kapotte fiets van een van de agenten). Ik vraag me soms
af of ik te literair of niet literair genoeg naar dat soort scenes kijk. Ze lijken
uitsluitend iets te willen zeggen over de personages, en hun verhouding tot de
andere personages.
Er zijn ook van dit
soort ‘loze’ scenes waar behoorlijk de tijd wordt genomen (de traagheid
van de serie is prachtig) voor een vertelling die niets aan het verhaal toevoegt en waarin niets over de personages wordt gezegd (bijvoorbeeld
over een arrestant die zichzelf in brand steekt) - en die dus vooral een
sfeerbeeld moeten geven. In die zin stijgen de ogenschijnlijk nutteloze
verhaallijnen uit boven het narratief van de aflevering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten