181) De laatste tijd kijk ik het eerste seizoen van de jar
en ’80 politieserie
Cagney
and Lacey op dvd. Als kind was ik liefhebber van de serie. Tot mijn eigen
verbazing ben ik er ook nu weer ondersteboven van.
Neem het slot van 'Jane Doe', waarin Cagney de identiteit van een naamloze zwerfster achterhaald en daarom moet huilen. De enige kritiek die ik op deze
scene zou kunnen hebben, is dat het
misschien niet geloofwaardig is dat een politieagent huilt om de dood van een
zwerfster. Dat is een cynisch soort kritiek en precies daarom is dit fragment
zo mooi: het stelt iets tegenover het cynisme.
Het is misschien niet toevallig dat het gebeurt in een
tv-serie met twee vrouwelijke hoofdpersonages. Het misdaad-verhaallijntje is in
bijna alle afleveringen relatief dun. Het gaat in de serie om iets anders, en
die onderliggende laag is – ik aarzel om het woord op te schrijven – liefde.
182) De serie heeft heel duidelijk een didactische functie,
of beter gezegd: een activistische functie. De twee vrouwelijke agenten
fungeerden destijds voor veel jonge vrouwen als rolmodel. Maar ook worden
verschillende controversiële onderwerpen als verkrachting,
prostitutie, abortus, racisme, etc. behandeld. Cagney and Lacey is de strijd tussen goed en kwaad op metaniveau.
183) Mooi ook is het acteerwerk: beide vrouwen zijn sterk én
gevoelig – wat zo opgeschreven nogal flauw klinkt, maar wat door beide actrices
echt prachtig gestalte wordt gegeven, op een manier die volgens mij sindsdien
niet is geëvenaard. Het acteerwerk is misschien niet altijd even subtiel; dat maakt het vakwerk zichtbaar.
184) Sharon Gless (Cagney) kreeg in het begin de kritiek dat ze Christine Cagney te heftig speelde. ‘Ik heb Iers bloed’, reageerde ze. ‘Dus natuurlijk ben ik emotioneel.’ Die emotionaliteit, die heftigheid is de kracht van het personage, ze beleeft alles totaal.
Die intensiteit heeft ze naar mijn indruk ook buiten haar rol. Veel interviews die online staan zijn daardoor ontroerend. Neem bijvoorbeeld
dit interview waarin ze vertelt dat ze als kind werd gepest vanwege haar overgewicht.
185) Cagney is de stoere van de twee, en ze is in haar intonatie
en gebaren soms bijna mannelijk – vreemd genoeg zonder dat dit afbreuk doet aan
haar vrouwelijkheid. Lacey is de zorgzame van de twee, en juist in die
zorgzaamheid ligt haar kracht. Dat verschil in persoonlijkheid, en de spanning die dat oplevert, maakt hun verstandhouding mooi. Ik zag de serie laatst raak getypeerd worden als een platonisch liefdesverhaal tussen twee vrouwen.
186) Cagney en Lacey zijn ook geen helden in de strikte zin van het woord: het zijn agenten die hun best doen, maar fouten maken, soms onredelijk zijn, onuitstaanbaar zelfs – en ook daarin verschilt de serie fundamenteel van vergelijkbare series daarvóór en daarna.
187) Harvey Lacey (de man dus van Mary Beth Lacey) is als
mannelijke ‘excuus-truus’ essentieel voor het evenwicht in de serie. Vanwege
het uitgesproken feministische karakter van de serie is de goedhartige,
zorgzame Harvey belangrijk als tegenwicht voor dat feminisme. Interessant is
dat hij dan weer wel een bouwer is; hij mocht kennelijk ook weer niet té zachtaardig
zijn.
188) Het charisma van, en de chemie tussen, Sharon Gless en Tyne Daly zorgt ervoor
dat de serie ook nu nog - ondanks de gedateerdheid - levend is. Dat is misschien een open deur. Maar het verschil met de speelfilm (die aan de
wieg van de serie stond) en de eerste paar afleveringen waarin Cagney door een
andere actrice werd gespeeld, is opvallend. Het werd in de minidocumentaire op
de dvd ‘magie’ genoemd. En dat is het.
189) Cagney and Lacey is
voor mij ook bijzonder vanwege het tijdsbeeld. Door die serie wilde ik als kind
al naar New York. Ik ben er inmiddels geweest, maar het New York uit Cagney and Lacey bestaat niet meer. Nee,
het is meer dan dat. Het zijn de beelden, de geluiden, de geuren ook, van mijn
jeugd. De beelden roepen ook de beelden buiten de tv op, waar ik destijds naar
keek. De atmosfeer.
190) Aan de
recente interviews met beide vrouwen valt op dat ze allebei heel mooi oud worden (ze zijn nu allebei de 70 gepasseerd). Ik bedoel zowel lichamelijk als
geestelijk mooi. Hun vriendschap is nog steeds intact. Hun, om zo te zeggen,
activisme voor o.a. vrouwenrechten en
homorechten is nog net zo gepassioneerd. Activisme is niet helemaal het goede woord: ze doen niet meer dan bescheiden maar beslist een duidelijk standpunt innemen.
191) Veel personages in de serie zijn een beetje karikaturaal. Maar de hoofdpersonages, met name Cagney en Lacey zelf, zijn opvallend rijk en genuanceerd. Geen enkele typering van de hoofdpersonages die ik tot nu
heb gehoord of gelezen (of bedacht), doet de personages echt recht. Dat is de verdienste van de
actrices (én de schrijvers).
Vreemd dat ik de typeringen (zelfs als die door de
actrices zelf wordt geformuleerd) zonder uitzondering ergerlijk vind. Alsof er
aan iets heel essentieels wordt geraakt. Dat ik aarzel deze notities op dit blog te publiceren duidt
daar ook op. Mijn nogal ontoereikende typeringen en overwegingen zijn minstens
zo ergerlijk.