De Ramayana (althans, de Javaanse dansvoorstelling ervan) lijkt een lange strijd tussen goed en kwaad. Op het hoogtepunt gaat het gevecht
tussen drie mannen met zwaarden (het kwaad) en drie vrouwen met bogen (het
goede). Als dit klopt, is de strijd tussen goed en kwaad die tussen man en
vrouw.
Maar dit is misschien wat te veel vanuit westers
perspectief bekeken. In
Sekala &
Niskala, een bundeling essays over religie, rituelen en kunst op Bali, stelt
Fred B. Eiseman dat opposities als het heilige en het profane, positief en negatief,
man en vrouw, goed en kwaad in het Balinese hindoeïsme (en de Ramayana is een
van oorsprong hindoeïstisch geschrift) niet bestaan, althans niet als de tegenpolen
als wij die zien. Er is een centrum tussen de tegenpolen en dit centrum bewerkstelligt een evenwicht,
wat kort gezegd resulteert in de hindoeïstische drie-eenheid (
tri hita krana).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten