De Ramayana (althans, de Javaanse dansvoorstelling ervan) lijkt een lange strijd tussen goed en kwaad. Op het hoogtepunt gaat het gevecht
tussen drie mannen met zwaarden (het kwaad) en drie vrouwen met bogen (het
goede). Als dit klopt, is de strijd tussen goed en kwaad die tussen man en
vrouw.
maandag 24 augustus 2015
Notitie #180
dinsdag 4 augustus 2015
Notities #176-179
176) Een gedicht uit Myrte Leffrings Om je schouders hang ik de nachten, waarin een vallend persoon aan
het woord komt, is – zo vertelde ze tijdens het Tuinfeest Deventer –
geïnspireerd op de aanslag op de Twin Towers. Het is dus een van de slachtoffers
die uit de brandende wolkenkrabbers sprong. Eerder heb ik met haar gecorrespondeerd
over een gedicht dat was geschreven als een van de briefjes die tijdens de
Tweede Wereldoorlog door de gedeporteerde joden uit de wagons werd gegooid.
Ik heb daar grote moeite mee. Leffring lijkt me oprecht in
haar motieven: ze wil – neem ik aan - iets moois maken uit de verschrikking, en
ze wil wellicht mensen die er niet meer over kunnen vertellen een stem geven.
In eerste instantie dacht ik dat ik het aanmatigend vond de verschrikkelijke
ervaringen van deze mensen te vervangen door een fictie. Maar dat is niet zo:
poëzie maakt noodzakelijk gebruik van de verbeelding.
De in deze gedichten beschreven ervaringen zijn ultiem
verschrikkelijk. De fictie die Leffring in de plaats van de ervaring stelt, is dus
altijd een afzwakking van de werkelijke gebeurtenissen. Het probleem is volgens
mij dat de fictie namens de slachtoffers wil spreken, maar in de kern namens de
dichter spreekt. Juist in dit geval lijkt me dat niet de bedoeling.
177) Tijdens datzelfde Tuinfeest Deventer opende Ester Naomi
Perquin haar optreden met (ongeveer) de woorden: “Hartelijk dank dat u in zo
grote getale naar deze toch wat te krappe tuin bent gekomen. Zojuist gaf ik een
radio-interview en ik zei dat Deventer het liefste publiek van Nederland is. De
interviewer keek me niet-begrijpend aan, maar u bewijst het hier toch nog eens”.
Dit compliment aan het publiek kan ik moeilijk anders
interpreteren dan een verkapt compliment aan zichzelf. Het onderstreepte mijn
indruk van de meeste optredens, namelijk dat de jonge generatie dichters een
beetje zelfvoldaan overkomt.
178) Christophe Tarkos beschouwt een gedicht expliciet als
object. Taal is, in de woorden van Kiki Coumans, geen codering van iets anders,
of de weergave van iets dat zich elders afspeelt, maar het is zelf iets. Dat is
heel verwant aan mijn opvatting. Maar voor mijn gevoel werkt hij dat te
expliciet uit: de reeks ´Vierkanten´ is bijvoorbeeld als een reeks vierkanten
vormgegeven. Daarmee wordt de taal alsnog gemodelleerd naar de tastbare werkelijkheid. Ik zal me verder in het
werk van Tarkos moeten verdiepen om te ontdekken welke consequentie hij aan
deze taalopvatting verbindt voor de dichter, zichzelf.
179) Sandra Bland was activiste tegen de Amerikaanse
politie, n.a.v. de recente moorden op zwarte burgers. Dat betekent dat ze
tijdens haar arrestatie wist, of kon weten, dat de agent die haar aanhield in
staat was haar te vermoorden.
Daarmee wil ik me niet bj de politieman voegen die in een
tv-interview zei dat Bland de brute arrestatie aan zichzelf te wijten had omdat
ze zich ‘uncooperative and arrogant’ opstelde. Integendeel, het zou goed kunnen
dat haar verbijstering, en haar weigering om mee te werken, door dat besef werd
versterkt.
Je zou ook kunnen stellen (als je aanneemt dat haar zelfmoord
inderdaad een zelfmoord was) dat ze doelbewust op de arrestatie aanstuurde, dat
de arrestatie zelf al een vorm van zelfmoord was. Maar dat geloof ik eerlijk gezegd
niet. Tijdens datzelfde gesprek zei een andere geïnterviewde dat Bland vocht
voor haar waardigheid. Op de vraag of hij geloofde dat de arrestatie racistisch
gemotiveerd was, antwoordde hij stellig: “Yes. And I also believe the sky is blue”. Ik ook.
Abonneren op:
Posts (Atom)