De Amerikaanse dichter Jack Spicer claimde dat zijn gedichten hem door 'Marsmannetjes’ werd gedicteerd. Herman Gorter wachtte toen hij de Verzen schreef met schrijven tot hij de gedichten hoorde, en als hij ophield met schrijven was dat, zei hij, ‘omdat mijn oren óp zijn’. Jeanne d’Arc hoorde de stemmen van twee heiligen, de God Aiwass dicteerde Aleister Crowley het Book of the Law.
Zelf zou ik niet zo snel zeggen dat mijn gedichten me gedicteerd worden, maar ik durf wel te stellen dat de stem in de gedichten die ik in het afgelopen jaar heb geschreven niet de mijne is. Het is wel degelijk een externe stem, en ik hoor die stem als ik schrijf (al heb ik hem nog niet precies genoeg kunnen reproduceren). De gedachte dat ik die stem heb verzonnen is minstens zo vreemd als de gedachte dat er iets of iemand is die me mijn gedichten dicteert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten