Fascinerend aan de documentaire ‘De leugen’, over de affaire Ayaan Hirsi Ali, is vooral het gegeven dat enkele sleutelfiguren uit die affaire er zingend in optreden. Hilband Nawijn, Femke Halsema en Rita Verdonk reflecteren op teksten van Erik Jan Harmens op hun rol in die affaire - en het lijkt me onmogelijk dat ze zich niet hebben gerealiseerd welke lading dat zou hebben.
Als Rita Verdonk al zingend haar stelling herhaalt dat ze niet anders kon handelen dan ze gedaan heeft, moet ze geweten hebben dat ze daarmee die stelling in twijfel trekt. Femke Halsema heeft een mooie observatie over het gegeven dat Hirsi Ali haar tijdens de beroemde persconferentie bedankte. Het streelde haar ijdelheid, vertelt ze, maar ze had ook het gevoel dat ze door Hirsi Ali politiek werd gebruikt. Direct daarna zingt ze ‘’Femke bedankt’,/ morgen sta ik in de krant’ en zet ze uiteen hoe ze de affaire gebruikte om het kabinet ten val te brengen.
Interessant is ook hoe gespeeld wordt met de authenticiteit van hetgeen getoond wordt. We zien bijvoorbeeld Hilbrand Nawijn een restaurant betreden en op een joviale manier kennis maken met de allochtone medewerkers van het restaurant. Daarna zingt hij een lied dat, als ik het goed heb verstaan, handelt over de moeilijkheden die allochtonen ondervinden als ze in Nederland willen blijven; in de keuken wordt vrolijk meegezongen.
Deze manier van tonen zet alles op de helling. Het zet niet alleen vraagtekens bij de opstelling van Nawijn, maar ook bij de geloofwaardigheid van de scene die we voorafgaand aan het lied zagen - en zelfs bij de geloofwaardigheid van de opstelling van de allochtonen. Waarmee direct het manco van deze techniek aan het licht komt. Want als alles relatief is, wordt er geen stelling meer betrokken. Als telkens het perspectief verschuift, wordt er niets getoond.
Dat negatieve slot in je notitie komt m.i. doordat je iets mist in het effect van het zingen, iets héél subtiels, maar wel iets dat je ook weer terug ziet komen in de laatste film van Robert Oey, de film over veteranen, en dat duidelijk bij zijn poëtica hoort.
BeantwoordenVerwijderenJa, "deze manier van tonen zet alles op de helling", maar het frappante is nu juist dat het óók de rol die iedereen speelt op de helling zet doordat het iedereen een zekere oprechtheid verleent. Juist doordat er gezongen wordt, ga je de woorden van Verdonk horen als iets dat ze meent, iets dat in "normale" mediainterviews totaal niet meer mogelijk is. Dat komt doordat iets dat gezongen wordt, wordt gehoord als iets dat uit het hart komt.
Het gekke is dan dat Oey niet alleen bewerkstelligt dat álles betwijfeld wordt (al bereikt hij dat duidelijk óók), maar tegelijkertijd dat Verdonk en Nawijn geen talking heads meer zijn, maar mensen. Naar wie je kunt luisteren. En die misschien een verhaal over zichzelf vertellen dat niet klopt, of waarmee je het oneens bent, maar dat ze desondanks menen. En dat maakt dat je het aan de ene kant veel duidelijker en vuriger kan bestrijden, en aan de andere kant je je daarbij niet meer kunt verhouden tot een talking head, maar tot een mens.
Iets soortgelijks doet Oeys film over gesneuvelden. Ook dat zijn personages geworden in een politiek mediaspel, waarbij alles dat er over ze gezegd wordt een politiek doel of (eigen)belang dient. Aan de ene kant wordt er van gesneuvelde soldaten gezegd dat ze hun leven geven voor hun land. Aan de andere kant dat het dommeriken zijn die voor niets zijn gestorven. Dat zijn beide verhalen die duidelijk bij ingenomen politieke posities horen. Oey probeert van die romanpersonages weer mensen te maken.
Dat er dus geen stelling wordt betrokken... het ligt er maar helemaal aan hoe je het bekijkt. Wat Oey in elk geval doet, is de ruimte verlaten waarbinnen normaal gezien de stellingen betrokken kunnen worden. In die zin betrekt hij dus geen stelling. Maar dat is op zichzelf wel weer een heel ferme stelling, en eerlijk gezegd is het t.o.v. onze dolgedraaide mediacratie m.i. de meest zinnige stelling die je kunt betrekken.
Jouw interpretatie zit waarschijnlijk dichter bij hoe Oey het bedoeld heeft, maar je hebt gelijk: ik zie het niet. Ik zie geen oprechtheid als Verdonk haar standpunten zingt, ik zie juist theater. De theatrale situatie maakt m.i. juist eerder een personage van (o.a.) Verdonk dan een mens. Ik geloof wel dat ze het allemaal meent, maar dat geloofde ik ook toen ik de beelden van het debat zag, en de beelden van de interviews. Dat kan ook niet anders, want daarom deed ze wat ze deed. Dat is juist het 'drama' van Verdonk, de rechtlijnigheid waar ze prat op ging kwam als een boemerang terug.
BeantwoordenVerwijderenDat is op een bepaalde manier mooi, en wordt ook mooi getoond. Maar de scene in de auto waarin ze mismoedig vertelt dat ze het er zwaar mee heeft gehad en dat ze zich vaak eenzaam voelde - en daarna de zang in diezelfde auto - daar geloof ik geen barst van. Juist in die scenes wordt de kijker zich bewust van de camera, van het feit dat hij meekijkt, en dat verleent haar woorden een zekere onoprechtheid. De tekst van de liedjes is nota bene door iemand anders geschreven! En het kan niet anders of Oey en zijn 'personages' zijn zich bewust geweest dit het theatrale aspect. Ergo: ze vergroten het toneelstuk juist uit. Ik sluit niet uit dat ze daarmee een grotere geloofwaardigheid beoogden. Dat kan het effect zijn. Maar ik zou me meer moeten verdiepen in de uitgangspunten van Oey om daar iets zinnigs over te kunnen zeggen.
Mijn negatieve slotalinea slaat voor minstens de helft ook op mezelf, het is kritiek op mijn eigen, vorige bundel, waarin telkens het perspectief verspringt - eigenlijk op het moment dat er iets op het spel komt te staan. Het is kritiek op het 'literaire', omdat de degene die de stellingen betrekt zich kan verschuilen achter een personage of een techniek.
Die laatste opmerking neem ik terug. Dat is onzin.
BeantwoordenVerwijderenIk geloof dat de kwalificaties "oprecht", "echt", "theater" en "mens" in deze discussie enige opheldering behoeven. Want ik ben het helemaal niet zo met je oneens.
BeantwoordenVerwijderenKijk, volgens mij is Verdonk, als ze zingt, niet méér theater, dan als ze praat. Politiek en media zijn theater, en alléén maar theater. Wat er gebeurt in deze documentaire, is dat als Verdonk gaat zingen, daar een andere vorm van theater - eentje die haar totaal niet past - doorheen komt breken. Daar vindt een harde botsing plaats, en juist daardoor valt het theater weg.
Dat zou niet gebeuren als Oey de spelers simpelweg "als mens" had geïnterviewd: dat zou óók weer theater zijn, en theater dat erg goed past bij het theater van de politiek en de media. Juist door die ruwe botsing, valt het theater weg, en is wat je overhoudt "oprecht", en "menselijk". Dat wil niet zeggen dat het fraai is, of in die zin geloofwaardig dat ik denk dat Verdonk niet liegt. Wat me wel duidelijk wordt door deze methode, is dat ze in haar eigen leugen gelooft. Dat is het "oprechte" aan haar leugen. En wat me dan ook lukt, is compassie met haar hebben.
Dat laatste gebeurt dus ook in "Gesneuveld". Oey is zich voortdurend bewust van het theater van de media, en door dat te doorbreken, geeft hij mensen hun menselijkheid weer terug. In "Gesneuveld" is dat ontroerender dan in "De Leugen", maar dat is logisch. Al was ik ook echt ontroerd door Verdonk. Maar niet omdat ze minder slecht is. Misschien juist omdat haar slechtheid nog meer uitkomt.
Ja, de gezongen delen lijken me inderdaad een manier om iets te doorbreken, om via de omweg van het theater iets te laten zien dat zo dicht mogelijk bij het onderwerp komt. Maar vind je niet ook dat het interview met Verdonk als 'mens' óók heel goed werkte, vooral doordat haar man naast haar zat (en dan met name door de lichaamstaal)? En de beelden van het debat, waarin Halsema met het mailadres van Hirsi Ali op de proppen komt en Verdonks verontwaardigde reactie? Dat is geen theater, al kun je natuurlijk discussiëren over hoe 'authentiek' de hoofdrolspelers in die beelden dan wél zijn. De inzet van de liedjes is dus slechts één van de vele middelen die Oey inzet.
BeantwoordenVerwijderen'Gesneuveld' heb ik niet gezien, dus daar kan ik niets over zeggen. Ga hem wel binnenkort kijken denk ik.
Een paar vragen nog. Valt het theater inderdaad weg als je er hypertheater van maakt? Wat Oey doet, is benadrukken dat het een theatrale situatie betreft, waarbij de hoofdrolspelers zich volgens hun rol blijven gedragen. Als hij hun menselijkheid laat zien, dan is het toch vooral de menselijkheid van het personage; de 'mens' wordt nog steeds bepaald door de rol. En is een oprechte leugen wel een leugen? Of preciezer: is de leugen niet de consequentie van het politieke systeem, waarin een eenmaal betrokken stelling niet meer kan worden verlaten, ongeacht de situatie, en ongeacht of de spreker nog in de stellingname gelooft of niet? Dat betekent dat het systeem (als elk systeem) onmenselijk is, en dat betekent ook dat Verdonk, die gelooft in dat systeem, zelf slachtoffer is geworden van haar eigen onmenselijkheid.
"En de beelden van het debat, waarin Halsema met het mailadres van Hirsi Ali op de proppen komt en Verdonks verontwaardigde reactie? Dat is geen theater,"
BeantwoordenVerwijderenNu ja, van Verdonk was het geen theater, van Halsema duidelijk wel. Want je kunt allerlei vragen stellen bij dat "bewijs" van het feit dat Verdonk eerder heeft geweten van de naam Magan. Hoeveel mensen weten tegenwoordig nog hoe een mailadres precies luidt? Als je mij een mail stuurt en ik stuur er eentje terug komt het adres onder jouw naam automatisch in mijn adresboek. Maar die bedenking sneuvelt net als andere bedenkingen in het theater van de tweede kamer, en daardoor werkt de aanval van Halsema zo goed. Ik denk dat Halsema dat ook wel wist.
"Valt het theater inderdaad weg als je er hypertheater van maakt? Wat Oey doet, is benadrukken dat het een theatrale situatie betreft, waarbij de hoofdrolspelers zich volgens hun rol blijven gedragen."
Ik zeg niet dat hij dit niet doet, maar er gebeurt ook nog iets anders. Het gaat er niet om dat de hoofdrolspelers zich anders gaan gedragen, het gaat er om dat de toeschouwer van het dagelijkse politieke theater er anders naar kijkt. Anders gezegd: het gaat niet om het effect van het zingen op hen, maar op jou. Jij bent - in de films van Oey - het probleem. Jij kijkt dagelijks naar politieke verslaggeving in de veronderstelling dat dat de werkelijkheid is. Jij bent het die de talking heads - die niet voor niets zo heten - op televisie niet meer als mensen ziet. Jij bent het die liever discussieert over hoe Halsema en Verdonk het deden in de media - want daar ging de controverse uiteindelijk over - dan over het onderliggende probleem van de illegaliteit van mensen. (met jij bedoel ik natuurlijk niet letterlijk jou)
Kort gezegd: het is opvallend dat een overheid die burgers illegaal maakt pas een probleem wordt als de rol van burger gespeeld wordt door Ayaan Hirsi Ali.
En of theater wegvalt als je er hypertheater van maakt... Ik denk het wel. Voor de kijker. Stel je voor dat je bij een symfonie in het Concertgebouw zit, en er komt ineens iemand met een electrische gitaar op die punkliedjes begint te spelen, dwars door Mozart heen. Dan denk je niet: dat hoort bij de show. Je denkt: haal die man daar weg, hij verstoort de voorstelling. Ik kan me een avond over Chlebnikov herinneren in Perdu, waar een stel jonge theatermakers een "lecture-performance" deden. Een lecture performance is een theatermonoloog in de vorm van een lezing. Het was een lezing over hoe bij Chlebnokiv vaak iemand het podium op kwam om de hoofdpersoon in elkaar te slaan. Eerder op de avond was een andere lezing al verstoord door een dronken man in het publiek, die uiteindelijk de deur uit was gezet. Tijdens deze lezing kwam er ineens iemand met een plastic tas vol komkommers het podium op. Hij staarde naar de lezinggever, die nerveus leek te worden. Iedereen zat te twijfelen: moeten we ingrijpen, valt het mee, of hoort het erbij? Niemand wist het, iedereen werd ongemakkelijk. Toen sloeg de indringer een komkommer kapot op het hoofd van de spreker. Pas toen die daardoor op de grond viel en niet meer opstond, was het duidelijk dat het erbij hoorde: in het echt val je niet zo snel bewusteloos. Maar het is een duidelijk geval van hypertheater die ervoor zorgt dat je alles dat er gebeurt niet meer als "theater" (als onwaarheid) kan zien, terwijl het tegelijkertijd natuurlijk theater blijft.
"Stel je voor dat je bij een symfonie in het Concertgebouw zit, en er komt ineens iemand met een electrische gitaar op die punkliedjes begint te spelen, dwars door Mozart heen. Dan denk je niet: dat hoort bij de show. Je denkt: haal die man daar weg, hij verstoort de voorstelling."
BeantwoordenVerwijderenDaar moet een zin achteraan, namelijk: "Doordat je dat denkt, erken je onmiddellijk dat je naar een voorstelling zit te kijken, waarmee het ophoudt een voorstelling te zijn. Je suspension of disbelief wordt doorbroken."
En over menselijkheid nog eens. Ik heb net zitten kijken naar de film Into The Abyss van Werner Herzog. Het is een documentaire film over een gruwelijke moord en over de moordenaar die in de dodencel zit en zal worden geëxecuteerd. Ik zei na afloop tegen L.: je krijgt mededogen met de moordenaar. Maar daar bedoel ik niet mee dat je denkt: ach, wat zielig. Of dat je zelfs maar aan de schuld van de man begint te twijfelen. Ik bedoel precies wat Herzog aan het begin van de film zegt: je ziet de mens achter het monster, je erkent de menselijkheid van de moordenaar.