Het feit dat tot voor kort het woord stront met ... werd aangeduid had niets te maken met morele overwegingen. U wilt toch niet beweren dat stront immoreel is?! Afkeuring van stront is metafysisch. Ontlasting is het dagelijks bewijs dat men de schepping niet aanvaardt. Het één of het ander: of stront is aanvaardbaar (en dan hoef je de w.c.-deur niet op slot te doen!) of we zijn geschapen op een onaanvaardbare manier.
- Milan Kundera (1929)
Uit: De ondraaglijke lichtheid van het bestaan (1983)
vert. Jana Beranová
zondag 17 februari 2013
donderdag 14 februari 2013
Notities #53-55
53) Het valt me nu pas op dat Elliott Smith, net als de vroege Bright Eyes, veel schrijft over een duistere vrouwfiguur, die tegelijk iets engelachtigs heeft. Bij Smith is dat in meerdere liedjes 'Pretty Mary K', bij Bright Eyes, op de cd Fevers and mirrors, 'Arienette'. Het is een heel Romantisch beeld, de vrouwfiguur beeldt niet alleen een noodlottige liefde uit, maar volgens mij ook een noodlot.
54) Opvallend aan de postume cd New moon van Elliott Smith, bestaande uit demo opnamen van liedjes waarvan ik werkelijk geen idee heb waarom die niet gewoon destijds op een cd terecht zijn gekomen, is het geluid van de vingers die over de hals van de gitaar verschuiven. Dat hoor je wel vaker natuurlijk maar in veel liedjes op New moon heeft dat - naar mijn idee - veel meer dan elders het vreemde effect van een duistere aanwezigheid in de opnamen - een extra stem, een extra partij die met het liedje meeresoneert.
55) Grote voorganger van Elliott Smith en Conor Oberst is Daniel Johnston, die ik nu aan het ontdekken ben, volgens Wikipedia de 'grondlegger van de lo-fi'. Hij begon begin jaren '80 met het uitbrengen van liedjes die hij op de cassetterecorder had opgenomen en dat geluid heeft hij een flink deel van zijn loopbaan aangehouden - gezocht zelfs. Er is een documentaire met als titel 'The Devil and Daniel Johnston' en dat vind ik erg interessant klinken, ook gelet op de rol die de duivel in Johnstons liedjes speelt: 'Devil Town', "Don't play cards with Satan', en die volgens mij goed aansluit bij de duivel in de folktraditie.
54) Opvallend aan de postume cd New moon van Elliott Smith, bestaande uit demo opnamen van liedjes waarvan ik werkelijk geen idee heb waarom die niet gewoon destijds op een cd terecht zijn gekomen, is het geluid van de vingers die over de hals van de gitaar verschuiven. Dat hoor je wel vaker natuurlijk maar in veel liedjes op New moon heeft dat - naar mijn idee - veel meer dan elders het vreemde effect van een duistere aanwezigheid in de opnamen - een extra stem, een extra partij die met het liedje meeresoneert.
55) Grote voorganger van Elliott Smith en Conor Oberst is Daniel Johnston, die ik nu aan het ontdekken ben, volgens Wikipedia de 'grondlegger van de lo-fi'. Hij begon begin jaren '80 met het uitbrengen van liedjes die hij op de cassetterecorder had opgenomen en dat geluid heeft hij een flink deel van zijn loopbaan aangehouden - gezocht zelfs. Er is een documentaire met als titel 'The Devil and Daniel Johnston' en dat vind ik erg interessant klinken, ook gelet op de rol die de duivel in Johnstons liedjes speelt: 'Devil Town', "Don't play cards with Satan', en die volgens mij goed aansluit bij de duivel in de folktraditie.
Labels:
bright eyes,
daniel johnston,
duivel,
elliott smith
zaterdag 9 februari 2013
Notitie #52 / Vierde politieke notitie
Fascinerend aan de documentaire ‘De leugen’, over de affaire Ayaan Hirsi Ali, is vooral het gegeven dat enkele sleutelfiguren uit die affaire er zingend in optreden. Hilband Nawijn, Femke Halsema en Rita Verdonk reflecteren op teksten van Erik Jan Harmens op hun rol in die affaire - en het lijkt me onmogelijk dat ze zich niet hebben gerealiseerd welke lading dat zou hebben.
Als Rita Verdonk al zingend haar stelling herhaalt dat ze niet anders kon handelen dan ze gedaan heeft, moet ze geweten hebben dat ze daarmee die stelling in twijfel trekt. Femke Halsema heeft een mooie observatie over het gegeven dat Hirsi Ali haar tijdens de beroemde persconferentie bedankte. Het streelde haar ijdelheid, vertelt ze, maar ze had ook het gevoel dat ze door Hirsi Ali politiek werd gebruikt. Direct daarna zingt ze ‘’Femke bedankt’,/ morgen sta ik in de krant’ en zet ze uiteen hoe ze de affaire gebruikte om het kabinet ten val te brengen.
Interessant is ook hoe gespeeld wordt met de authenticiteit van hetgeen getoond wordt. We zien bijvoorbeeld Hilbrand Nawijn een restaurant betreden en op een joviale manier kennis maken met de allochtone medewerkers van het restaurant. Daarna zingt hij een lied dat, als ik het goed heb verstaan, handelt over de moeilijkheden die allochtonen ondervinden als ze in Nederland willen blijven; in de keuken wordt vrolijk meegezongen.
Deze manier van tonen zet alles op de helling. Het zet niet alleen vraagtekens bij de opstelling van Nawijn, maar ook bij de geloofwaardigheid van de scene die we voorafgaand aan het lied zagen - en zelfs bij de geloofwaardigheid van de opstelling van de allochtonen. Waarmee direct het manco van deze techniek aan het licht komt. Want als alles relatief is, wordt er geen stelling meer betrokken. Als telkens het perspectief verschuift, wordt er niets getoond.
Als Rita Verdonk al zingend haar stelling herhaalt dat ze niet anders kon handelen dan ze gedaan heeft, moet ze geweten hebben dat ze daarmee die stelling in twijfel trekt. Femke Halsema heeft een mooie observatie over het gegeven dat Hirsi Ali haar tijdens de beroemde persconferentie bedankte. Het streelde haar ijdelheid, vertelt ze, maar ze had ook het gevoel dat ze door Hirsi Ali politiek werd gebruikt. Direct daarna zingt ze ‘’Femke bedankt’,/ morgen sta ik in de krant’ en zet ze uiteen hoe ze de affaire gebruikte om het kabinet ten val te brengen.
Interessant is ook hoe gespeeld wordt met de authenticiteit van hetgeen getoond wordt. We zien bijvoorbeeld Hilbrand Nawijn een restaurant betreden en op een joviale manier kennis maken met de allochtone medewerkers van het restaurant. Daarna zingt hij een lied dat, als ik het goed heb verstaan, handelt over de moeilijkheden die allochtonen ondervinden als ze in Nederland willen blijven; in de keuken wordt vrolijk meegezongen.
Deze manier van tonen zet alles op de helling. Het zet niet alleen vraagtekens bij de opstelling van Nawijn, maar ook bij de geloofwaardigheid van de scene die we voorafgaand aan het lied zagen - en zelfs bij de geloofwaardigheid van de opstelling van de allochtonen. Waarmee direct het manco van deze techniek aan het licht komt. Want als alles relatief is, wordt er geen stelling meer betrokken. Als telkens het perspectief verschuift, wordt er niets getoond.
Abonneren op:
Posts (Atom)