vrijdag 28 januari 2022

Notities #432-436

432) Deborah De Robertis is sinds haar 'Miroir de l'origine' alleen maar radicaler geworden, wat me, merk ik, een beetje ongemakkelijk maakt. Het ongemak zit hem natuurlijk in het gegeven dat ik als man word aangesproken op mijn omgang met vrouwen. 

Daarin schiet ze misschien haar doel voorbij: de gedragsverandering waar het werk om vraagt vindt niet plaats als de aangesprokene zich aangevallen voelt. Tegelijk is een mildere aanpak niet effectief: zolang de aangesprokene (m) zich niet aangevallen voelt, zal hij ook niet nadenken over zijn gedrag. Het werk van De Robertis is dus niet 'te radicaal': het is te 'eenzaam', staat te veel op zichzelf, waardoor het wereldbeeld dat erachter schuilgaat te obscuur blijft (al komt daar duidelijk verandering in).

433) Daarom is het belangrijk dat de verhalen naar buiten komen, zoals nu gebeurt als gevolg van het schandaal rond The Voice of Holland. B. wijst op de hypocrisie van de geschokte reacties, omdat de praktijken allang bekend waren, of in ieder geval verondersteld konden worden (ook al omdat het een algemeen verhaal is). Dat betekent dat men zich, bewust of onbewust, 'geschokt' toont om zichzelf vrij te pleiten.

434) Ik denk overigens dat die reactie veelal onbewust is. Kunst maakt het onbewuste bewust. Maar kunst alléén is tamelijk machteloos: het is werkzaam binnen een context.

435) Get Back laat de 'gewoonheid' van The Beatles zien, de band zonder de mythe, of beter misschien: een band die onder de mythe vandaan probeert te komen. En ook zo mooi: niemand weet precies waar ze mee bezig zijn, waar ze naartoe werken - wat de context is waarbinnen ze opereren.

436) De kracht van Buddy Holly's 'Dearest (Ummm Oh Yeah)' is het gebrek aan dynamiek in de begeleiding. Drie akkoorden, die zich steeds volgens hetzelfde patroon herhalen. Akkoorden, bovendien, waar tal van liedjes op gezongen kunnen worden. Het maakt het nummer fragmentarisch: het maakt onderdeel uit van iets groters.

vrijdag 14 januari 2022

Notitie #431

De titel van Hedwig Arts' essay over Julien Green behelst een soort afwijzing van het 'uitwendige' leven: Alle grote avonturen gebeuren vanbinnen. Met het 'inwendige', het 'geestelijke' leven wordt, aldus Arts, de strijd bedoeld 'tegen het kwaad in de wereld en onszelf'. En met het kwaad, zo legt hij even verderop uit, wordt letterlijk de duivel bedoeld: de negatieve tendensen in onszelf en de maatschappij. In het essay wordt nauwelijks uitgelegd welke tendensen hiermee worden bedoeld. Wel wordt vrij uitgebreid ingegaan op Greens worsteling met, en uiteindelijke afwijzing van, zijn eigen homoseksualiteit. Ook in het algemeen wordt seksualiteit in het werk van Green, en het essay van Arts, als een probleem ('onzuiver') ervaren.

Dat gegeven stoort me. Het gaat hier om een individuele, mystieke levenshouding die, in ieder geval in de weergave van Arts, naadloos aansluit bij het dogma. Als tenslotte ene Steinbüchel instemmend wordt geciteerd, die zegt dat het zichtbare een teken is, 'een spoor en een aanleiding om geestelijk verder te gaan en door te stoten tot het Onzichtbare', lijkt dit 'onzichtbare' me weinig anders dan een (van de werkelijkheid afgewende) fictie.

maandag 3 januari 2022

Notitie #430

Het écriture automatique van André Breton en Philippe Soupault in Magnetische velden (1919) is een manier om de reflectie op het geschrevene buitenspel te zetten, door op zeer hoge snelheid te schrijven (en die snelheden te variëren). Het is een eerste poging de werking van het denken, vergelijkbaar met elektrische golven, in kaart te brengen.

Geen idee hoe zoiets werkt. Als je schrijft, moet je nadenken over de grammatica, en als je daarover nadenkt, ontkom je er niet aan om óók na te denken over wat je wil zeggen. Die twee hangen met elkaar samen. Het écriture automatique zou op zijn minst gepaard moeten gaan met intensieve redactie, maar dat ondermijnt het hele idee.

Met de omzeiling van het bewustzijn wordt ook het individuele, het persoonlijke, uitgeschakeld. De auteurs zelf hanteren in Magnetische velden het beeld van de heremietkreeft. Het diertje past op verschilende manieren in de theorie, niet in de laatste plaats omdat de heremietkreeft huist in een schelp die niet de zijne is. Het gaat de auteurs om een hybride geheel, waarbij niet duidelijk is welke stem spreekt, waar het 'ik' is en wat de taal precies doet.

In zijn heldere inleiding betoogt Philippe Audion dat de auteurs streefden naar een 'ruw product, de directe uitdrukking van een realiteit die in elk geval psychologisch was, of zelfs spiritueel [...]' Het resultaat is 'een ernstig, absurd relaas dat de droom imiteert', maar nog altijd meer lucide is dan een droom. 

Een resultaat, overigens, dat niet wordt beschouwd als transcendent: Breton beschouwde hetgeen 'het goddelijke' wordt genoemd als een mystificatie, een vervalsing. De niet-individuele stem van Magnetische velden is in die zin, zou je kunnen zeggen, hypermenselijk. Het streven is in ieder geval een zuiverheid te bereiken, een diepere waarheid te vinden, die aanwezig is in de mens zelf, preciezer: in het denken.