Volgens Simondon, lees ik bij Agamben (Profanaties), verhouden we ons door middel van emotie tot het pre-individuele: '[z]ich emotioneren betekent het onpersoonlijke in zich voelen [...]'. Mij lijkt het tegendeel waar (de emotie is juist het meest persoonlijke) - maar Agamben werkt de notie niet uit, hij gebruikt het als opstapje tot zijn eigen betoog over de (goede en de kwade) Genius. De Genius komt in alle culturen voor. In de christelijke als de beschermengel en de demon en in de 'Iraanse engelenleer' als de engel Daena, die vanaf de geboorte over elk mens waakt: Daena is een soort Dorian Gray die met elke handeling van de mens transformeert.
Het pre-individuele, dus hetgeen aan het individu vooraf gaat, is kennelijk, in ieder geval bij Agamben, tegelijk óók het individuele zelf - én het buiten-individuele. Daar wordt dan niet alleen hetgeen het individu vormgeeft mee bedoeld, maar ook andersom: hetgeen door het individu wordt vormgegeven.