Zojuist las ik in een eetcafé het slot van Joan Didions Blue Nights. Het greep me onverwacht aan, wat in die situatie een beetje onhandig was. Het boek heeft meer ontroerende passages, maar een groot deel leest ook als een klaagzang op het ouder worden. Als een verzet tegen een open deur: de vergankelijkheid. De slotalinea maakt er een hartverscheurende liefdesverklaring van: aan het leven, aan de verbeelding. En aan haar dochter.
Blue Nights wordt gepresenteerd als een memoir n.a.v. het (in 2005 op 39-jarige leeftijd) overlijden van haar (geadopteerde) dochter Quintana Roo, en dat is het ook, maar in dat opzicht is het beperkt. Didion portretteert haar dochter niet, en hoewel ze wel vragen stelt over de psyche van haar dochter, laat ze het dikwijls bij vragen. Het hele boek door bewandelt ze zijweggetjes: dat is noodgedwongen, vanwege het grote en bijzonder pijnlijke onderwerp. Ze benoemt het schuldgevoel over een gebrek aan aandacht toen haar dochter klein was, het gebrek aan inlevingsvermogen bij de demonen waar Quintana mee worstelde, allemaal menselijke tekortkomingen. Ook beschrijft ze nogal virtuoos haar eigen angsten, haar gezondheidsproblemen, haar manische werklust na het overlijden van haar man en dochter, etc., steeds met terugkerende zinnetjes - als houvast, lijkt wel.
Het beeld van de blauwe nachten is mooi gekozen: ze bedoelt er de blauwheid mee, die de avonden in New York aan het begin van de zomer hebben - tot het nacht wordt en het blauw is verdwenen, waar je zou willen dat die de hele nacht blijft. Om de leeservaring niet te bederven, zal ik de laatste zin van het boek hier niet citeren. Wel kan ik zeggen, dat het een prachtige paradox is. In de betreffende alinea betoogt ze dat de angst niet hetgeen betreft wat verloren is gegaan: dat is immers al verloren. De angst betreft hetgeen nog verloren kan gaan. Maar nu haar man en dochter dood zijn, kan ze met geen mogelijkheid nog een naam invullen op het formulier waar gevraagd wordt wie bij een noodgeval moet worden gewaarschuwd. Wat kan er nog verloren gaan? En dan komt die slotzin, waarin ze er in de eerste plaats in slaagt haar liefde voor haar dochter uit te drukken, en tegelijk stelt ze op een bepaalde manier, hoe tijdelijk ook, de vergankelijkheid en de dood buiten werking.