374) Dada is, aldus Dawn Ades, als reactie op de Eerste Wereldoorlog een afwijzing van de maatschappij en als zodanig ook een afwijzing van de kunst van die tijd. De afwijzing van bijvoorbeeld de urinoir van Duchamp is tegelijk een affirmatie: alles is kunst. Kunst heft zich op en bevestigt in die handeling tegelijk haar relevantie.
Een beweging die overigens niet is voorbehouden aan Dada: tegenwoordig neemt veel kunst diezelfde positie in en daarvóór vond dezelfde, of een vergelijkbare beweging óók plaats, zodanig dat het zelfs een cliché is: kunstenaars zijn outsiders. Impliciet of expliciet verhoudt de kunstenaar zich kortom altijd tot de maatschappij (de omgeving, de context waarin die kunst wordt gemaakt) en hij of zij moet zich daar (impliciet of expliciet) rekenschap van geven.
375) Anna-Karin Palm interpreteert in haar inleiding bij On being an angel het werk van Francesca Woodman, terecht, met name feministisch. De vrouwfiguur in 'From Space' wil verdwijnen achter het behang (of: erachter vandaan tevoorschijn komen?): een transformatie/camouflage, vergelijkbaar met die van Daphne die in een boom verandert. Een, met name in het licht van haar zelfmoord (in 1981, op 22-jarige leeftijd), huiveringwekkend, maar ergens ook troostend beeld. Het is een zijn in een niet-zijn.
In een 'Untitled' hangt ze aan een deurpost, als een gekruisigde Christus: als een offer dus. Maar Palm merkt terecht op dat ze daar duidelijk uit eigen beweging is gaan hangen: She's floating freely, hanging by her strong, straight arms, and maybe she is secretly smiling behind her left sleeve.