zondag 7 mei 2017

Notities #266-268

266) Aan het slot van HhhH schrijft Laurent Binet dat hij de mensen uit de geschiedenis die zijn boek behandelt niet als personages wenst te behandelen en dat hij 'zonder aan literatuur te doen, althans te willen doen', zal vertellen hoe het met de personen die de beschreven geschiedenis hebben overleefd is afgelopen.

Daaruit spreekt de opvatting dat een literaire behandeling van de historische feiten deze feiten 'onecht' maakt, of beter gezegd: fictie houdt een 'ontheiliging' van de historische feiten in. Voortdurend probeert Binet daarom de 'literaire' effecten te mijden; als hij ze toepast, vestigt hij er de aandacht op. In dit boek is dat buitengewoon mooi en ontroerend. Kan iets dergelijks ook in poëzie? Kun je poëzie schrijven zonder aan literatuur te doen? (Ja, Flarf, maar dat is toch niet echt het poëtisch equivalent van wat Binet doet in HhhH).

267) Voortdurend probeert Binet de beschreven personen en gebeurtenissen te naderen en daarvoor moet hij wel degelijk literaire technieken inzetten. In het allerlaatste hoofdstuk schrijft hij zich aan boord van het schip waar de twee verzetshelden elkaar leerden kennen. Opvallend genoeg doet hij dat door eerst zijn vriendin Natacha aan boord te schrijven. Pas daarna kan hij zeggen: '[...] en ik, misschien ben ik daar ook wel.'

Het boek en de tv-documentaire van de VPRO passen hier overigens dezelfde techniek tegengesteld toe: in het boek probeert Binet zichzelf in de tijd van de gebeurtenissen te plaatsen (om de gebeurtenissen zo goed mogelijk te kunnen beschrijven). In de documentaire wordt geprobeerd Heydrich in de huidige tijd te plaatsen (om -denk ik- de actuele waarde van de historische gebeurtenissen te benadrukken).

Het gegeven doet me denken aan mijn gesprek met G. over wederkerigheid, waarin ik het nogal vage punt probeer te maken dat levens over de generaties heen met elkaar verband staan.

268) In de tv-documentaire vertelt Binet dat hij in een aantal passages de jij-vorm hanteert: de ik-vorm is immers onmogelijk omdat hij niet kan weten wat de historische personen dachten en voelden. Het interessante aan de jij-vorm, zegt hij, is dat je daardoor de jij wordt. Dat is volgens mij een andere uitwerking van dezelfde gedachte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten